Soms twijfel ik wel eens of ik te streng ben voor hedendaagse schrijvers. Ik heb bijvoorbeeld net Onder het water van Daisy Johnson gelezen en dat is een prima boek waarbij ik echter niet hoger kom dan 3*. Gelukkig bevestigt Juan Carlos Onetti vervolgens dat je wel degelijk wat meer mag vragen van literatuur. De werf is een uitstekend boek, goed geschreven en vol absurdistische levensfilosofie.
Kafka en Camus zijn niet ver weg in dit werk van Onetti, hoewel de Urugayaan een wat zwartgalliger absurdisme aanhangt dan Camus. Hoofdpersoon van het boek is ene Larsen, een man met een duister verleden die, in zijn nadagen, een betrekking aanneemt op een vervallen scheepswerf. Vanaf het begin is hem al wel duidelijk dat er iets aan de zaak niet klopt, de werf is namelijk al jaren buiten bedrijf. Toch kan hij de droom van de vele miljoenen die misschien in het verschiet liggen niet loslaten en gaat hij dus tot het einde mee in het spel.
De handvol personages die Onetti opvoert in het boek zijn allemaal onuitsprekelijk treurig, ofwel omdat ze zichzelf willens en wetens bedriegen, ofwel omdat ze zich onttrekken van enige participatie aan het leven, ofwel omdat ze langzamerhand aan de komedie kapot gaan. Misschien werd ik nog wel het meest getroffen door de dorpsdokter, ene Díaz Grey, een vrijgezelle man die zijn avonden in volkomen tevredenheid vult met het draaien van altijd maar dezelfde plaat en een kaartspel. Als Larsen hem bezoekt volgt deze passage:
"[...] hij voelde zich plotseling blij, bevangen door een ontwend gevoel van warmte, deemoed, geluk en dankbaarheid, omdat het leven van de mens altijd even absurd en zinloos bleef en hem altijd weer een boodschapper stuurde om deze absurditeit en zinloosheid te bevestigen."
En iets verderop deze analyse:
"U, zij, wij allemaal weten dat onze leefwijze een frase is, wij zijn in staat om het toe te geven, niet om er iets aan te doen, want ieder van ons heeft de behoefte een persoonlijke komedie op te voeren, ook ik, natuurlijk. Petrus is een komediant als hij u de directie aanbiedt en u bent er een als u erop ingaat. Het is een spel en zowel hij als u weet van de ander dat hij speelt. Maar u zegt geen van beiden wat en doet of u erin gelooft."
Zo'n boek dus, en dit is dan maar één perspectief, want zo helder als hier wordt voorgesteld zitten de zaken ook weer niet in elkaar. De vertelinstantie is hoogst merkwaardig en interessant. Bijvoorbeeld de slotalinea, die wordt gevolgd door een tweede, aanvullende slotpassage tussen haakjes, omdat de verteller verschillende bronnen zegt te gebruiken voor zijn reconstructie van de gebeurtenissen.
De werf is één van die erg goede boeken die bij mij toch niet hoger uitkomen dan 3,5 sterren. Van dezelfde auteur vind ik Het korte leven wat warmbloediger en organischer. De werf is eerder kil, hoewel de wereld die wordt opgeroepen fascinerend is, en ook koste het telkens wat moeite weer in het verhaal te komen. Maar wel literatuur zoals ik die heel graag lees en herlees.