Horror Cœli en Andere Gedichten - Willem Frederik Hermans (1946)
Alternatieve titel: Horror Coeli en Andere Gedichten
Nederlands
Gedichtenbundel
Ideeënliteratuur
88 pagina's
Eerste druk: J.M. Meulenhoff,
Amsterdam (Nederland)
In een van de gedichten, 'Bewaakte Overweg', wordt in vijf strofen beschreven hoe een ik-figuur bij een spoorwegovergang in een soort niemandsland wacht op het passeren van een trein. Er gebeurt weinig bijzonders: de alarmbellen rinkelen, de spoorbomen gaan naar beneden (het al lang niet meer gangbare type met het scharnierende hekwerk), de ik leunt op het hek, de door een fluitende stoomlocomotief getrokken trein gaat voorbij, met daarin naar het schijnt de moeder van de ik. Het gedicht gaat over de onmogelijkheid van contact tussen een zoon en zijn ouders, waarbij met name de vader het contact tussen moeder en zoon lijkt te verhinderen en hoe die 'relatie' aan de ene kant gedomineerd wordt door irrationele angst en dreiging, aan de andere kant door een geheimzinnige noodzaak deze te weerstaan. En op het moment dat ze elkaar gevaarlijk dicht nabij komen, is de afstand in het niemandsland van het leven het grootst.