Net uitgelezen. Daar baal ik van. Ik heb het gevoel dat ik het sterkste deel van de Donkere Toren serie heb uitgelezen. Niet alleen krijgen de volgende, en laatste, drie delen negatievere kritieken dan de voorgangers, maar dit deel lijkt me haast onmogelijk te overtreffen.
Voordat ik dit vierde deel ging lezen had ik al begrepen dat King grotendeels ging vertellen over het verleden van Roland. In eerste instantie vond ik dat wel enigszins vervelend. Waarom moet de queeste nu, zo middenin het verhaal, stoppen? Het achtergrondverhaal wat King te bieden had, moest dus wel heel indrukwekkend zijn. En dat was het.
Tovenaarsglas begint niet direct met het verleden van scherpschutter Roland Deschain. Eerst moet de cliffhanger uit het derde deel weggewerkt worden. Het boek begint dus met de ontzettende spannende rit in de krankzinnige Blaine de Mono. Nadat het ka-tet uit de monorail stapt komen ze in een herkenbare wereld terecht. De wereld van Kapitein Tripps uit The Stand werd betreden. Dat is iets waar King vaker een handje van heeft en wat zijn boeken ook zo sterk maken: alle boeken vormen in feite een universum en deze Donkere Toren reeks is overduidelijk een middelpunt. De vele raaklijnen met andere boeken bewijzen dat en de aanwezigheid van Randall Flagg is het meest treffende voorbeeld.
Maar na een ruime honderd pagina's begint het palaveren echt. King zinspeelde in alle drie de delen al op het beruchte verleden van Roland dus ik was ook wel weer benieuwd naar wat er allemaal precies voorgevallen was. Het bleek een fantastische mix tussen vriendschap, romantiek, western en spanning te zijn. De vriendschap tussen Roland, Alain en Cuthbert is heel apart, maar op zijn manier wel weer heel fantastisch. Daarnaast is er natuurlijk de romance tussen Roland en Susan, die óók wel weer heel apart is, maar King weer zo beeldend beschrijft dat ik me helemaal in die situatie in kon leven. De fantastische personages, ik noem een Sheemie, de Grote Doodkistjagers en Rhea van Cöos, gaven dit boek allemaal een extra impuls.
Toch gebeurt er relatief weinig gedurende het verhaal. King kruipt weer ouderwets in al zijn karakters en diept hen heel aardig uit. Daarbij staat het personage Susan centraal, die een groot dilemma heeft en waarvan King optimaal profiteert. Gedurende haar dilemma ontdekt Rolands eerste ka-tet de problemen die, in het schitterend omschreven stadje, Hambry heersen.
Wanneer het ka-tet dat ontdekt begint het boek aan vaart te winnen. De wild-west elementen zijn plots niet meer aan te slepen en alles komt op losse schroeven te staan. De spanningsboog is groot en ik verwachtte vrij veel van de climax. Gelukkig werden die hoge verwachtingen heel aardig ingelost in de (wrede) climax waarin ook Rolands dilemma betrokken werd.
Op het allerlaatst keert King terug naar het heden en komt het huidige ka-tet nog tot een gruwelijke ontdekking. Mij is in ieder geval duidelijk geworden waarom Roland is zoals hij is en waarom Roland handelt zoals hij handelt.
Tovenaarsglas is een fantastisch boek. King beschrijft de stad Hambry fantastisch; ik waande me echt zelf in die stad. Ondanks de weinige gebeurtenissen in het begin, was er wel een onderhuidse spanning aanwezig die me dwong door te lezen. De confrontatie die volgde had wel de nodige toevalligheden en het handelen van sommige personen was wel enigszins naïef, maar dat doet niets af aan het geweldige verhaal.
Ik kan maar met één ding besluiten: King, dankie-sai voor dit verhaal.
* * * * *