Niet wat ik ervan verwacht had, helaas. Ik had nog niet eerder iets gelezen van John Boyne, maar omwille van zijn The Boy in the Striped Pyjamas had ik toch wel redelijk hoge verwachtingen. Toen ik het boek meenam hoopte ik dat het een verhaal zou zijn over Rusland aan het begin van de twintigste eeuw, gerelateerd aan de laatste tsaar, maar helaas bleek dat anders te zijn dan ik hoopte. Al heel snel werd voor mij duidelijk dat Zoya in feite Anastasia was en dat dit één van de vele Anastasia-is-echt-ontsnapt-aan-de-slachting-verhalen was, iets wat al lang niet meer origineel genoemd kan worden en wat ook wel eens beter is uitgevoerd. Misschien erger ik me juist wel hieraan omdat ik het lot van de laatste tsaar altijd interessant gevonden heb en er veel over heb gelezen, en om het dan op zo'n manier verhaald te zien is teleurstellend. Ik had meer gehoopt op het persoonlijke relaas van iemand die er dichtbij genoeg stond om alles te zien maar veraf genoeg om nog een soort van objectief te blijven. Iemand die het drama voor zijn ogen ziet voltrekken zonder er enkele invloed op te kunnen uitoefenen.
Helaas, zo gaat het niet. Na een onwaarschijnlijke gebeurtenis komt Georgy in Sint Petersburg terecht, wat ik nog bereid ben aan te nemen omwille van het verhaal. Wat er nu echter volgt gaat ver voorbij de grens van geloofwaardigheid: niet alleen wordt Georgy de belangrijkste bewaker van de tsarevitsj, hij komt ook nog in nauw contact met de tsaar zelf die zijn diepste gedachten met hem deelt, gaat een romance aan met diens dochter, is persoonlijk betrokken bij de moord op Raspoetin, is getuige wanneer de tsaar troonsafstand doet, en leeft nog lang en gelukkig met diens enige overgebleven dochter. Hét mysterie van het boek zou toch moeten zijn hoe Anastasia uit het Ipatiev-huis weet te ontkomen, maar dat lijkt geen enkel probleem te vormen. Ook vinden de revolutionairen het blijkbaar niet zo erg om de koninklijke familie af te maken terwijl er één dochter vermist is. Deze verwikkelingen vragen meer van mijn goedgelovigheid dan zou moeten.
De centrale romance valt tegen, vooral in de jonge jaren van Georgy. De dialogen en beschrijvingen van zijn gevoelens zijn clichématig en tenenkrommend. Na het vertrek uit Rusland komt de relatie tussen Georgy en Zoya beter uit de verf en komen er een aantal interessante aspecten aan bod, die helaas maar heel matig worden uitgewerkt, zoals Zoya's overspel, zelfmoordpogingen en haar schuldgevoel na de dood van Leo. Daar had nog wel iets moois mee gedaan kunnen worden. In plaats daarvan krijgen we van alles te weten over Georgy, waarvan de meeste dingen totaal niet van belang zijn, zoals zijn ontmoeting met een bepaalde belangrijke Engelsman (de geloofwaardigheid daalt nog verder) en zijn gesprek met de vrouw die verantwoordelijk was voor de dood van Arina.
Verdere kritiekpunten zijn het taalgebruik, dat soms meer iets lijkt voor een kinderboek, en het feit dat er wel heel gemakkelijk de kant van de keizerlijke familie gekozen wordt. Georgy is een boer die oorspronkelijk uit een miserabel klein dorpje komt, maar eenmaal in Sint Peterburg laat hij dat moeiteloos achter zich en kan niet begrijpen waarom anderen de keizerlijke familie hun weelde misgunnen. Iets meer innerlijk conflict had zeker geen kwaad gekund. En hoe komt het dat Georgy zomaar Frans en Engels spreekt? Voor Zoya is dat vanzelfsprekend, maar voor Georgy zeker niet. Bovendien werd er in het huishouden van de tsaar vermoedelijk meer Frans dan Russisch gesproken, zeker als men wilde dat de bedienden niets zouden meekrijgen. Dit huishouden zou natuurlijk een uitzondering op de regel kunnen zijn, maar dit lijkt mij meer een zwak punt in het plot.
Een boel gemiste kansen dus. Erg jammer voor een boek dat zoveel potentieel leek te hebben nadat ik de achterkant had gelezen. Ik hou van verhalen over Rusland, ik lees graag over tsaar Nicolaas II en zijn gezin, maar niet op deze manier. 2,5 ster.