Opvolger van All the pretty horses, met andere personages, waarbij ik de eerste 150 pagina's dacht dat dit misschien wel nóg beter zou kunnen zijn. De queeste van de 17-jarige Billy Parham die een wolf vangt en deze op sleeptouw neemt naar Mexico is een uniek stuk literatuur. Sterk is de manier waarop de band tussen deze twee wezens wordt beschreven, zonder dat de wildheid van de wolf hiervoor wordt opgeofferd, integendeel. Dit alles culmineert in een onvergetelijke passage over een hondengevecht en waar dat Billy toe aanzet.
Vanaf dan verandert het boek van gedaante. Er volgt een nieuwe onderneming samen met jongere broer Boyd, nadien nog één alleen, en hoewel de kernscènes van het verhaal onverminderd goed blijven (hoe een dokter de schotwond van Boyd verzorgt, rustig en met gevoel voor detail beschreven, wauw!), zit er ook heel veel ballast in het boek. De constante stroom van ontmoetingen en bijpersonages die voorbij komen, het is teveel. Cormac McCarthy probeert hierin telkens het onderwerp van hoe de wereld zich verhoudt tot de (mannelijke) geest ter sprake te brengen. Met lange monologen of dialogen. De hele sfeer van een natuurlijke, ongeschonden en rauwe omgeving, wat nu juist zo goed was aan deze literatuur, gaat hierin verloren. Het is best mogelijk dat de auteur dit ook zo wilde, maar hoewel je daar dan als concept bewondering voor kunt hebben is het resultaat toch teleurstellend.
Als voorbeeld even het allerlaatste stuk. Billy stuit eerst op een groep struikrovers, waarvan ééntje zijn paard een messteek geeft. Direct daarop is er een groep zigeuners die het paard verzorgt en een lang verhaal opdist over een vliegtuig dat ze op sleeptouw hebben. En voor je daarvan bent bekomen dient alweer een soloreiziger zich aan die zijn eigen versie heeft van het vliegtuigverhaal. Ik was het personage Billy en diens coming-of-age saga op dit punt eigenlijk al kwijt en het koste me wat moeite om het boek, dat met 450 pagina's er zo'n 150 te lang is, uit te lezen. Dit terwijl All the pretty horses geen concessies doet aan je betrokkenheid met John Grady, compacter is en meer uit één stuk.
Het begin neigde naar 4,5 maar het laatste deel is krap 3* waard, dus ik kom uit op 3,5. Het begin van Cities of the plain, het derde deel van de trilogie, doet nog niet veel beterschap vermoeden.