Een klassieker op science-fiction gebied in het subgenre dat wordt omschreven als 'superhuman'. Centraal gegeven is de vorming door een aantal personen van een gestalt, een organisme/entiteit dat/die meer is dan de som van de deelnemende personen. Het boek bestaat uit drie delen (dus is eigenlijk ook een gestalt!). Als groep gaan ze nu verder door het leven maar op veel begrip kunnen ze niet rekenen.
Het eerste deel beschrijft de 'geboorte' van de gestalt. De geestelijk achter gebleven Lone, ook wel 'de Idioot' genoemd, kan amper communiceren maar bezit wel telepathische vermogens, Janie bezit telekinetische krachten, de tweeling Bonnie en Beanie kan niet praten maar ze kunnen wel objecten verplaatsen en Baby is een mongoloïde baby maar met een denkvermogen dat haast op een computer lijkt. Individueel zijn deze personen amper tot iets in staat maar gezamenlijk vormen ze een geheel, een 'homo gestalt'.
Het tweede deel speelt een aantal jaren later. Het is geschreven in de vorm van een lange psychiatrische sessie met het gestoorde en misbruikte straatjoch Gerry. Lone is nl. om het leven gekomen maar heeft zijn geest naar Gerry kunnen 'overzetten'. De gewelddadige Gerry is de nieuwe leider van de groep. Was de gestalt eerst gehandicapt door de beperkte geestelijke vermogens van Lone, nu is ze gehandicapt vanwege Gerry's immorele geest. Maar daardoor is de gestalt wel in staat om te overleven. Aan het einde van de sessie blijkt dat hij de telepatische krachten van Lone ook heeft 'geërfd' want hij laat de psychiater alles vergeten dat hij verteld heeft.
In het derde deel, dat zich weer een aantal jaren later afspeelt, draait het om het vinden van het element dat de gestalt nog mist om zijn evolutie te kunnen voltooien. De jongeman Hip is het slachtoffer van een wrede telepatische aanval door Gerry. Janie komt in opstand en verpleegd Hip. Daarna zoekt Hip de confrontatie met Gerry en al doende wordt hij het laatste onderdeel van de gestalt, namelijk het geweten. De gestalt is nu volwassen.
Sturgeon beschrijft alles in een krachtige, haast gespierde, en toch ook poëtische stijl. Geen gemakkelijk boek maar - niet in het minst door de filosofische lading over waar het heen moet met de mensheid - zeer de moeite waard en zeker niet verouderd ondanks dat het is geschreven in 1953 .