Op wandel met WG Sebald door een wat vergeten uithoek van Engeland. Tenminste, dat vooroordeel heb ik over die vlakke bulb ten Noord-oosten van Londen. Dat komt dan vooral door de voetbalclub Norwich, zo'n clubje dat ef en toe aan de Premier League mag ruiken, maar nooit echt erin kan blijven, laat staan meespelen. Een beetje het RKC Waalwijk of Westerlo van Engeland. Of ligt het aan Alan Partridge, de gefnuikte tv-show host die moet schnabbelen als nachtradio-dj op Radio Norwich om rond te komen? Om maar te zeggen dat ik het idee had dat het mij ook voor Engelsen niet de meest boeiende regio lijkt.
Verder is het daar ook zo vlak als een biljarttafel. In deze desolate streek gaat Winfried in zijn eentje op wandel. Een streek waar bijna niets te zien is, maar misschien wel veel te zien wás. Want Sebald is een reisgids die oeverloos kan uitweiden over… alles eigenlijk. Zo springen we van een oude treinbrug plots naar China of hoppen we via Polen naar Kongo. Alle kanten lijkt het uit te gaan, altijd is er wel een aanknopingspunt. Nu hou ik wel van geschiedenis, dus het blijft wel boeiend genoeg om niet af te haken, maar Sebald vertelt gewoon, je inpakken met taal doet hij niet. Literair vind ik het totaal niet opwindend. Waarom hij in aanmerking zou moeten komen voor een Nobelprijs is me dan ook een raadsel. 'Een van de balangrijkste schrijvers' van de 21ste eeuw?' Op basis van dit ene boek kan ik dat natuurlijk niet weerlegen, maar concluderen al helemaal niet.
Is het dan omdat hij ons een voorafbeelding schetst van onze beschaving, een beschaving in verval, gedoemd om te verdwijnen? Zoals dat ene stadje aan de zee, een metropool in de Middeleeuwen, nu letterlijk afbrokkelt in de zee en in de tijd? Misschien moet ik zijn enige zuivere roman Austerlitz eens gaan lezen en kan ik dat dan meer waarderen. Misschien.