In tegenstelling tot de vorige roman die ik van Steenbeek las, was ik niet gecharmeerd. Misschien doordat ik al bij de toon van de plotomschrijving op deze site en de achterzijde van het boek, op het verkeerde been ben gezet. Het betreft hier enkele regels van een herinnering. Aan de binnenzijde van de flap lees ik een tekst die een betere plotomschrijving zou zijn:
Een Nederlandse vrouw keert terug naar Sicilië om haar voormalige geliefde te bezoeken, die stervende is. Waar ze vroeger in la dolce vita belandde, komt ze nu in een duister drama terecht met een oude verbitterde man, zijn schizofrene zoon en een tirannieke butler. Ze begrijpt steeds minder van de onderlinge verhouding, wie dader is en wie slachtoffer, en ze begrijpt steeds minder hoe ze ooit zoveel heeft kunnen houden van de man voor wie ze nu slechts medelijden voelt. De fysieke en mentale ontluistering van de oude psychiater en de man van de wereld staat in schril contrast met de schoonheid van het eiland en de uitbundige feestelijkheden rond de beschermheilige van de stad, Sant'Agata. Een melancholiek verhaal in een schitterend Italiaans decor.
Op zich belooft een samenvoeging van de plotomschrijving op deze site en de tekst aan de binnenkant van de flap een inhoudelijk mooi thema en op zich klopt het met het verhaal. Alleen word ik nergens echt geraakt. Ik heb me afgevraagd hoe dat kan.
Ik denk dat Steenbeek teveel in herhaling valt . Hiernaast handelt het boek m.i. meer dan ruimschoots over de feestelijkheden rond Sant'Agata. Op zich interessant, ik weet er nu van alles van, maar waarom e.e.a. de vrouw ontroert blijft me een raadsel. Dat de vrouw nu zelf deze feestelijkheden bijwoont en dat liever met haar geliefde had gedaan maar deze dit nooit zag zitten, is het enige dat ik kan bedenken. Dat geeft Steenbeek geen excuus om circa éénderde van het boek aan Sant'Agatha te wijden.