Een van de voordelen van verhuizen is dat je je kan aanmelden bij een nieuwe bibliotheek, en dan is het een kwestie van een paar schrijvers aflopen op zoek naar de boeken die je nooit eerder kon bemachtigen.
Zo ook deze van Torgny Lindgren, volgens de flaptekst de meest vertaalde Zweedse auteur (wat me stug lijkt met de concurrentie van Henning Mankell, maar goed), van wiens romans ik sinds
Het licht een liefhebber ben. Zo goed als die is het trouwens tot nu toe niet meer geworden, maar
Norrlandse Aquavit is wel weer een heerlijk boek.
Lindgren beschrijft hier zijn eigen geboortestreek, Vasterbotten, een afgelegen en half ontvolkt gebied in het noorden van Zweden. De personages uit het boek worden gekenmerkt door een zelfgenoegzame simpelheid, en ondanks het totale verval van de streek en de geisoleerdheid ten opzichte van de rest van de wereld, is men schijnbaar volmaakt tevreden met het eigen bestaan. De grote boodschap van afvalligheid die voormalig dominee Olof Helmersson komt brengen maakt dan ook totaal geen indruk.
Lindgrens nuchtere stijl zorgt ervoor dit al vrij absurde plot nog komischer wordt.
Norrlandse Aquavit deed me daarin zelfs wat denken aan Paasilinna. Kneuterigheid is troef. Sommige stukken zijn wellicht een beetje te gemakkelijk, zoals de fictief-historische fragmenten over koning Karel de Vijftiende die de streek ooit bezocht en daar vele nakomelingen verwekte. Maar aan de andere kant zijn er schitterende gedeelten, vooral die met de overgebleven gemeenteleden. Twee korte voorbeelden:
Wij zullen u tot in alle eeuwigheid dankbaar zijn, wij van de gemeente.
De gemeente? zei Olof Helmersson.
Gerda en ik, zei Marita. Wij zijn de gemeente.
Gerda ligt op sterven, merkte Olof Helmersson op.
Ja, gaf Marita toe. De gemeente krimpt. Momenteel.
Ik heb er lang en breed over liggen denken, zei ze, maar ik kan me niet één zonde herinneren. Ik schaam me om het te zeggen, maar ik heb niet gezondigd. Dat is het nadeel van bedlegerig zijn.
Erg droog, erg relativerend, erg leuk. Zou graag een iets scherpere inhoudelijke toonzeting zien, maar eigenlijk past dat ook helemaal niet bij Lindgrens proza. Vette 3,5 ster hiervoor, een aanrader dus.