Ik kan me geen boek herinneren dat voor mij zo traag op gang kwam als
The Grapes of wrath. Na zo'n 200 pagina's (van de totaal 315 die mijn uitgave heeft) was ik helemaal murw geslagen door de repetitieve reeks van mislukkingen, oplevingen en mislukkingen die de familie Joad te verduren heeft. Wellicht is dat een verdienste van een met engagement geschreven boek, maar met leesplezier heeft het niet veel te maken. Toch werd ik naarmate het einde naderde gegrepen door nieuwsgierigheid en misschien toch ook medeleven.
Een grond van die nieuwsgierigheid was het steeds kleiner wordende aantal resterende bladzijdes, waar er naar mijn idee nog veel losse eindjes waren.
Dat de weggelopen Connie geen rol meer krijgt in het verhaal (buiten natuurlijk de schande die hij over Rose of Sharon afroept) vind ik logisch en was ook niet zo verrassend, maar van de korte terugkeer van Casey en de daarop volgende uitspraak van Tom Joad dat hij diens werk wil voortzetten had ik meer verwacht. Hoe Tom naar een opstand zou toewerken, of juist (snel) zou merken dat hij daarvoor niet de juiste persoon is, interesseerde me behoorlijk. Ook verbaasde het me dat de roman eindigt, juist als de familie weer verder is opgesplitst en Al achterlaat. Mooi vind ik daarentegen de scène waarin Rose of Sharon de stervende man haar borst geeft en daarmee haarzelf en het doodgeboren kind alsnog een 'levens'doel geeft. Ontroerend, maar naar mijn idee meer een slot van een hoofdstuk dan van de hele roman.
Als schrijver het lef hebben om bepaalde zaken niet uit te werken en de lezer aan het denken te zetten is een kwaliteit, maar voor mij pakte het niet goed uit in
Grapes of wrath omdat de auteur te veel tekst nodig had om te komen tot een punt waar het verhaal me ging interesseren, terwijl hij op het daar aangekomen punt niet bood wat ik er naar mijn idee in zat. Wellicht verwachtte ik gewoon het verkeerde boek van Steinbeck
