Jasper schreef:
Ik heb behoorlijk wat strijd geleverd met deze roman. McCarthy is een enorme stilist, beschrijft de natuur en deze periode uit de Amerikaanse geschiedenis op een haast apocalyptische, Bijbels manier. Het verhaal lijkt ondergeschikt, dat is vooral een reeks aan slachtingen, zuippartijen en ander barbaars vermaak.
Kortom: verwacht geen ontspannen western, maar een doorwrocht stuk literatuur, bloederig en akelig. Maar bij tijd en wijlen schitterend geschreven.
Hier dezelfde strijd gestreden. Een boek dat inspanning vraagt, het leest veel minder vlot dan ik had verwacht. Dit boek is ook enorm donker, het laat weinig hoop aangaande de menselijke natuur. En de beschrijvingen van landschappen, van paarden, van schaduwen van paarden, van bergketens, van silhouetten van bergketens, hoe meesterlijk ze ook zijn beschreven, ze komen op den duur wel je strot uit.
Een voorbeeld van deze literaire masturbatie:
"buiten lag de binnenplaats in de stromende regen die in vlagen omlaagranselde, en het licht van het vuur dat uit de deuropening viel wierp een bleke baan op die ondiepe zee waarlangs de paarden stonden als toeschouwers bij een gebeurtenis op straat. Zo nu en dan, als er iemand opstond en naar buiten liep, viel zijn schaduw tussen de dieren, die hun druipende hoofden hieven en bogen en soppend hun hoeven schraapten om dan weer roerloos te wachten in de regen."
" in het Westen stonden de wolkenbanken boven de bergen als de donkere schering van het firmament en de sterrenwolken van de Melkweg hingen de ruiters als een reusachtige aura boven het hoofd."
Mooi geschreven hoor, maar uiteindelijk volkomen inhoudsloos.
Gelukkig zijn er ook een aantal sublieme passages die het lastige doorlezen dan weer de moeite waard maken, zoals bvb deze:
"
De paarden traden traag de vreemde grond en onder hen draaide de ronde aarde en beschreef in stilte zijn cirkels in het grotere niets dat hen omvatte. In de neutrale strengheid van dat terrein verwierven alle verschijnselen een vreemde gelijkheid en niets, geen spin, geen steen, geen sprietje gras, kon voorrang laten gelden boven iets anders. Juist de duidelijkheid der dingen logenstrafte hun bekendheid, want het oogconstrueert het geheel uit een kenmerk of een onderdeel en hier was geen ding lichter of donkerder dan een ander, en in de optische democratie van dergelijke landschappen wordt elke voorkeur willekeurig, en blijken mens en steen op onvermoede wijze aan elkaar verwant."
Alleen al deze passage maakte voor mij het lezen van dit boek de moeite waard.
Wij stellen niet meer voor dan een steen in de woestijn.