menu
poster

Bartleby, the Scrivener: A Story of Wall Street - Herman Melville (1853)

Alternatieve titels: De Klerk Bartleby | De Klerk Bartleby. Een Verhaal van Wall Street

mijn stem
4,00 (23)
23 stemmen

Engels
Psychologisch

48 pagina's
Eerste druk: Putnam's Magazine (periodiek), New York (Verenigde Staten)

De hoofdpersoon neemt de jongeman Bartleby aan als zijn nieuwe klerk zijn advocatenbureau. Al gauw vertoont hij vreemde trekjes: hij weigert ander werk te doen dat het kopiëren van geschriften, hij praat nooit, eet niets dan een handvol noten, en blijkt sinds de dag dat hij aangenomen is het kantoor niet meer te hebben verlaten. Voor de hoofdpersoon, zowel meegaand als gefrustreerd op dit figuur, wordt het onmogelijk om van Bartleby af te komen.

zoeken in:
avatar van Halley23
4,0
Halley23 (moderator)
Bericht plaatsen? Bartleby zou zeggen: ‘Ik zou het liever niet doen’



avatar van Wickerman
4,0
Een kafkaëske novelle van de hand van Melville. Leest makkelijk weg, maar laat je zeker richting het eind niet onberoerd. De versie dit jaar is uitgegeven heeft een prachtige vormgeving.

avatar van mjk87
3,0
Niet onaardig, maar het geweldige zie ik er niet in. Dat komt vooral door de lengte en het zwakke einde. Dit werk is kafkaësk avant la lettre. Melville schrijft dit als werk waar je van alles in kan zien. Is de klerk allicht een metafoor voor een depressie of verslaving? Maar eigenlijk is er net te weinig ruimte dit mooi uit te werken. En aan het eind wordt de plot ineens afgeraffeld, komen er onnodige verklaringen en konden al mijn ideeën overboord en lijkt het meer dat Melville zijn eigen leven en carrière hiermee bespreekt, maar daarmee werd dit boek voor mij een stuk minder waard. Nietszeggend haast. Vooral omdat het aan het eind ineens langskomt en de rest van het verhaal, en dan vooral het vreemde ervan, daarbij onnodig is. 3,0*.

avatar
the Cheshire cat
Op zoek naar boeken over wat eigenaardige, in zichzelf gekeerde, mensenschuwe klerken kwam ik vrijwel direct uit bij dit boekje.
Het is nu niet bepaald een boek dat ik weer dichtsloeg met een gevoel van 'o wauw wat mooi of wat goed', maar zeker geen spijt van dat ik het gelezen heb.
Het heeft een aardig mysterieus tintje, het ging mij vooral ook om de sfeer die er op zo'n kantoor kan hangen.
Mocht iemand nog andere kantoorromans weten met een zeldzaam figuur als hoofdpersonage, het liefst gesitueerd in 1920-1970, zo ongeveer, dan hoor ik het graag.
Een boek als Keep the Aspidistra Flying van George Orwell bijvoorbeeld, al speelt zich dat niet af op een kantoor, de protagonist werkt in een boekhandel, maar in elk geval zoiets.

"Zo verlaten als Petra".... dat vond ik wel een fraaie uitdrukking.

avatar van eRCee
Het boek der rusteloosheid (Fernando Pessoa) en De bediende (Robert Walzer). En trouwens ook Alle namen (Saramago). Maar echt kantoorachtig is het allemaal niet, bedenk ik me.

avatar
the Cheshire cat
eRCee schreef:
Het boek der rusteloosheid (Fernando Pessoa) en De bediende (Robert Walzer). En trouwens ook Alle namen (Saramago). Maar echt kantoorachtig is het allemaal niet, bedenk ik me.

Maakt niet uit, alle tips zijn welkom! Thanks

avatar van Raskolnikov
4,0
Letter en Geest van Frans Kellendonk past volgens mij ook aardig binnen deze criteria. In ieder geval mysterieus…

avatar
the Cheshire cat

avatar van Pieter
3,5
Dan ga ik langs deze weg ook nog 'De Muur' van Jos Vandeloo aanraden.

avatar
the Cheshire cat
Dank Pieter!

Op De Bediende na alle titels die hier genoemd zijn meegenomen van de bieb vandaag.
Van Saramago heb ik ook nog het boek Kaïn geleend.
In plaats van De Bediende heb ik een ander boek van Walser meegenomen: De Tanners, dat sprak me qua onderwerp net iets meer aan.

Ik kan weer vooruit.

avatar van Naamloos
5,0
Mijn ramen boden in die richting een onbelemmerd uitzicht op een indrukwekkende stenen muur, zwart van ouderdom en eeuwig in de schaduw.

Muren spelen een belangrijke rol in dit verhaal over de klerk Bartleby die als een schim aanwezig is in zijn afwezigheid. Een man die er niet wil zijn en er tegelijkertijd juist wel is en door zijn afwijkend gedrag anderen in de weg zit.

Na het lezen van dit fantastische verhaal ben ik van plan om te beginnen aan Moby Dick. De door muren omsloten ruimtes maken me nieuwsgierig naar hoe Melville de eindeloze ruimte van de zee zal beschrijven...

De binnenplaats was volkomen stil. De gevangenen mochten er niet komen. De omringende muren, die verbazend dik waren, lieten geen geluid door. Het sombere, Egyptische aanzien van het metselwerk drukte me teneer. Maar in die beslotenheid bevonden zich onder mijn voeten zachte graszoden. Het centrum van de eeuwige piramides leek het, waarbinnen op vreemde, magische wijze door de spleten graszaad, dat vogels hadden laten vallen, was opgebloeid.

Prachtig mooi!

avatar
geplaatst:
Het werkje – dat door velen wordt beschouwd als Melville’s beste korte verhaal – begint geestig als de verteller zijn kantoor en medewerkers beschrijft want het kantoorleven als onnatuurlijke omgeving voor de mens lijkt per definitie iets absurds te hebben dat de mensen die er werken tot excentriekelingen maakt. Het gaat de verteller om een bepaalde medewerker die wel erg excentriek bleek: deze Bartleby startte ijverig maar begon werkzaamheden te weigeren door middel van een kalm “I would prefer not to” en blijkt dan ook nog het kantoor tot z’n huis te hebben gemaakt waardoor hij er altijd aanwezig is als een soort geest en de verteller hem niet weg krijgt. Daarmee krijgt het verhaal een zekere spanning (het is in zekere zin ook een spookverhaal) zoals die zich ook bij de verteller ontwikkelt die zichzelf had geïntroduceerd als iemand die ervan overtuigd is dat “the easiest way of life is the best” maar geen raad weet met de situatie.

Dat de zonderlinge Bartleby zich uiteindelijk verhongert – een morbide absurditeit – doet kafkaësk aan en Melville geeft ogenschijnlijk weinig hints hoe we zijn gedrag moeten interpreteren – het is de bedoeling dat Bartleby van wie we net als de verteller praktisch niets te weten komen en zo letterlijk een ‘niemand’ is ook voor ons een mysterie is – maar wat hij geeft is genoeg om tot een bevredigende interpretatie te komen. Een opzichtige hint is dat de verteller op een gegeven moment de boeken ‘Edwards on the Will’ en “Priestley on Necessity’ leest en daaruit concludeert dat de situatie met Bartleby voorbestemd is; later noemt hij de situatie ook een beproeving. De situatie krijgt zo een religieuze lading en de stoïcijnse passiviteit van Bartleby heeft ook iets van een heilige om welke reden de verteller hem ook niets wil aandoen en hem tenminste gedoogt. Hegel zou Bartleby een ‘schone ziel’ noemen: iemand die zich terugtrekt in z’n innerlijkheid uit angst onzuiver te worden als hij zich inlaat met de zondige buitenwereld. Maar in die boeken van Edwards en Priestley komt bovenal een theorie van de vrije wil naar voren waarin de vrijheid bestaat in het moment voor de keuze en dit is in feite wat Bartleby toepast: hij wordt volstrekt besluiteloos in de zin dat hij elk willen dus elke handeling – zelfs eten – afwijst. Dat maakt hem vrij in de zin van de Oosterse ascese waarin men zich verlost van het (eeuwige rad der) leven door niets te willen en als het ware te verdwijnen in het Niets (Nirvana) zoals ook Bartleby een ‘niets’ is in de zin dat hij geen identiteit lijkt te hebben en een soort spook wordt. Wij – de anderen – zijn juist niet vrij: het uitzicht van het kantoor zijn slechts de muren van de hogere gebouwen ernaast waardoor Bartleby zelfs in de gevangenis, waar hij als iemand die geen vlieg kwaad doet op de open binnenplaats mag verblijven, letterlijk de muren op grotere afstand heeft en dus meer vrijheid dan op kantoor heeft (maar welke vrijheid bij hem vooral innerlijk is).

Zoals Foucault later zou betogen vormt onze moderne maatschappij één grote gevangenis en de onnatuurlijke omgeving van het kantoor is er een voorbeeld van. Maar ook in abstractere zin leven juist wij in een gevangenis vanwege de moderne, bureacratische maatschappij die draait om nut en efficiëntie en het menselijk bestaan reduceert tot dood werk als radar in de machine (hetgeen ook voor Melville zal hebben gegolden die op dat moment op slechte voet met z’n uitgever – de bureaucratie die slechts om verkoopcijfers geeft – stond). Wij zijn in wezen dood of spookachtige verschijningen en Bartleby is degene die uit de gevangenis ontsnapt en leeft (ook al impliceert dat zijn fysieke dood); wij zijn als het ware dood in het leven en Bartleby is levend in de dood. Het is duidelijk dat de verteller wordt geraakt door Bartleby, juist in religieuze zin, die hij in de gevangenis zelfs zijn vriend noemt (en als hij sterft hem zelfs vergelijkt met een koning dat naar Jezus kan verwijzen): Bartleby laat hem inzien dat de maatschappij op een verkeerde manier met mensen om gaat – omdat in onze bureaucratie alles draait om nut in de zin van het behalen van voordeel met als implicatie dat mensen als Bartleby die geen bijdrage leveren worden gemarginaliseerd en zelfs tot de hongerdood gedreven – en dat we de christelijke boodschap van naastenliefde zijn vergeten die leert dat elk mens waardevol is en dat alleen onze zorg voor de ander ‘nut’ heeft. Als appendix vertelt de verteller van een gerucht dat Bartleby eerder heeft gewerkt bij een Dead Letter Office: dat is een kantoor dat onbestelbare post verwerkt. De suggestie is dat deze ongeopende brieven veel goede boodschappen bevatten die niet zijn aangekomen waardoor Bartleby zijn lust tot leven verloor (“On errands of life, these letters speed to death.”), maar ook dit moet denk ik worden geïnterpreteerd als dat de christelijke goede boodschap niet meer altijd aankomt in onze maatschappij hetgeen menig mens tot een dode ziel maakt.

Dat de verteller zelf wel gevoelig blijkt voor Bartleby en de goede boodschap, bevat nog een intrigerend aspect van het verhaal: het lijkt geen toeval dat de verteller en Bartleby beiden rustige personen zijn (in contrast met Turkey en Nippers) en er is veel voor te zeggen dat ze beiden dezelfde persoon zijn om welke reden Bartleby in dezelfde kamer achter een scherm verblijft als de verteller (het Döpperganger-motief is sinds de 19de eeuw populair in de literatuur). Bartelby kan dan worden opgevat als het onderbewuste van de verteller, die initieel conformistisch naar modern-economisch maatstaf altijd ‘prudence’ nastreeft maar zich steeds meer met Bartleby gaat identificeren naarmate hij zich bewuster wordt van het dode leven dat hij leidt en als een herborene de christelijke ‘charity’ gaat omarmen (waarna Bartleby sterft). Al met al heeft het verhaaltje dat met weinig dichterlijke opsmuk of complexe verhaallijnen wordt verteld meer lagen dan je op het eerste gezicht vermoedt.

avatar

Gast
geplaatst: vandaag om 01:24 uur

avatar

geplaatst: vandaag om 01:24 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.