
Die Welt als Wille und Vorstellung - Arthur Schopenhauer (1819)
Alternatieve titel: De Wereld als Wil en Voorstelling
Duits
Ideeƫnliteratuur
477 pagina's
Eerste druk: Brodhaus,
Leipzig (Duitsland)
In het eerste deel wordt Schopenhauer’s epistemologie uiteen gezet. Schopenhauer ziet de wil, die hij overigens negatief invult, als invulling van het Kantiaanse Ding an sich: Kant weigert deze notie nader te bepalen (dat kan vanuit zijn filosofie ook niet), maar volgens Schopenhauer is het mogelijk om aan te geven wat de achtergrond van de wereld van de waarnemingen is. Dit verklaart de titel van het werk: de wereld valt uiteen in twee delen, die van de fenomenen en die van de wil. In het tweede deel gaat het om de krachten van de wil. Het derde deel betreft de esthetica. Volgens Schopenhauer is het mogelijk om tijdelijk aan de verschrikkingen van het leven te ontkomen; dat gebeurt door middel van de kunst, in het bijzonder door middel van de muziek. Het vierde deel gaat over ethiek. Er worden twee soorten gedrag onderscheiden: bevestiging en ontkenning van de wil. Voor Schopenhauer is een door het medelijden gevoede handeling juist. Hij pleit dan ook voor altruïsme. Dit steunt op zijn metafysica: op het niveau van de wil zijn allen één. In zijn tweede hoofdwerk, Die beiden Grundprobleme der Ethik, staat de gedachte dat altruïsme bepalend moet zijn eveneens centraal. Het leven is enigszins dragelijk door gematigd te leven en in te zien dat men zijn verlangens niet kan vervullen. In de appendix bij het werk geeft hij zijn kritiek weer op Kant’s filosofie, ook al was Kant voor Schopenhauer een groot voorbeeld.