
Les Bienveillantes - Jonathan Littell (2006)
Alternatieve titel: De Welwillenden
Frans
Oorlog / Psychologisch
978 pagina's
Eerste druk: Gallimard,
Parijs (Frankrijk)
'De Welwillenden' is het minutieus beschreven verslag van alles wat Max Aue tijdens de oorlog aan het oostfront, in Polen, Hongarije, de Oekraïne, Rusland en in Berlijn heeft meegemaakt. Tijdens de oorlog klimt Aue op tot in de hoogste rangen van de SS, hij beschrijft enerzijds hoe zijn Einsatzkommando zonder aarzeling hele dorpen uitmoordde, hoe hij later een cruciale rol speelde bij de Endlösung der Judenfrage, en fileert anderzijds haarfijn het gedrag en de drijfveren van de mensen om hem heen. Aue wordt ingedeeld bij de persoonlijke staf van Himmler. Via die weg raakt hij direct betrokken bij de Holocaust. In 'De Welwillenden' worden de gruwelen beschreven vanuit het perspectief van de dader. De lezer maakt kennis met schuldigen die ook slachtoffers zijn, slachtoffers die ook schuld dragen en met beulen die geen enkel schuldgevoel kennen.
- nummer 49 in de top 250
En juist dat ontleden van het monster, de rotte lagen van de ui pellen tot we een mens zien, levert een bijzonder intrigerend perspectief op waar we veel te lang onze ogen voor hebben gesloten. Met Les Bienveillantes raakt Jonathan Littell de wortel van de Holocaust, het stukje dat zo essentieel is als wij ooit willen begrijpen hoe dit ooit heeft kunnen gebeuren.
Littels uiterst gedetailleerde verslag roept diverse vragen op over de menselijke psyche en is op zijn beste momenten een verontrustende ontleding van de grenzen van de mens, hoezeer deze beïnvloedbaar is in tijden van maatschappelijke ontregeling en bovenal een schets van de enorme macht van de grote massa. Door grote denkers als Plato erbij te halen wordt dit bovendien in een bredere context geplaatst, die ons doet beseffen dat dit echt niet enkel in de jaren '40 aan de orde was. Dit alles wordt voorafgegaan door een bijzonder sterke proloog die de lezer ervan doet overtuigen dat werkelijk iedereen een SS'er kan worden. Of hem daar in ieder geval over aan het nadenken zet.
Daarnaast prikt Littel juist door diverse lang in stand gehouden mythen heen: ja, het Duitse volk had van die Endlösung der Judenfragen kunnen weten, als ze hun ogen er niet voor hadden afgesloten; nee, soldaten werden niet gefusilleerd zodra ze weigerden de Joden te executeren. Sterker nog, ze kregen psychische hulp geboden omdat ook zij het traumatiserend vonden. Al even bizar zijn de discussies over de executies; op een niveau waar de menselijkheid allang gepasseerd is, wordt er alsnog gesproken over methoden die te ver gaan.
Op zijn slechtst is Les Bienveillantes echter een portret van een perverse geest (Aue) die met name in een van de laatste aktes vervalt in de zieke obsessie richting zijn zus. Deze passages, alsmede de jacht op hem door twee detectives, had Littell echt niet nodig gehad en rieken naar een krampachtig verlangen meer te zijn dan een document van de oorlog, namelijk; een literair werk. Het is echter het zeer geloofwaardige verslag aan het front waar die literaire kwaliteiten het sterkst doordringen, terwijl het overige afbreuk doen aan de realistische, indringende sfeer. 4*
Mijn eigen interpretatie tijdens het lezen van het boek: 'De Welwillenden' zijn de SS'ers, de mannen die menen het beste met Duitsland voor te hebben, maar ondertussen dit spoor van vernietiging zaaien. De laatste zin doet echter vermoeden dat 'De Welwillenden' de herinneringen zijn die Aue voor de rest van zijn lieven zullen achtervolgen, oftewel: de dode zielen van het Joodse volk?
Hoe dachten de andere lezers van het boek erover?
Lezersvraag: met wie worden "De Welwillenden" eigenlijk bedoeld?
Mijn eigen interpretatie tijdens het lezen van het boek: 'De Welwillenden' zijn de SS'ers, de mannen die menen het beste met Duitsland voor te hebben, maar ondertussen dit spoor van vernietiging zaaien. De laatste zin doet echter vermoeden dat 'De Welwillenden' de herinneringen zijn die Aue voor de rest van zijn lieven zullen achtervolgen, oftewel: de dode zielen van het Joodse volk?
Hoe dachten de andere lezers van het boek erover?
Ik zou zeggen beiden. Zeker in het begin van het boek wil Aue duidelijk maken dat de SS'ers ook maar gewone, vredelievende mensen waren die voor hun gezin wilden zorgen of carrière wilden maken.
En er komt ook een paar keer naar voren dat het allemaal nooit zo was bedoeld, dat het gigantisch uit de hand is gelopen.
Maar er wordt ook verteld hoe veel Joden 'meewerkten' door bijv. gehoor te geven aan oproepen om te verzamelen voor transport, dat ze zich aan de wetten probeerden te houden die de Duitsers hun oplegden.
Mooi toch, een titel die op verschillende manieren te interpreteren is?

bron: Liberales
Mooi toch, een titel die op verschillende manieren te interpreteren is?
Jep, inderdaad.


Ik zeg ook niet dat dit DE verklaring is, de titel is inderdaad op verschillende manieren te interpreteren en de titel hoort bij een boek dat groots genoeg opgezet is om alle interpretaties te betekenen.
Verder wel vrij nauwkeurig, historisch gezien
Is dit de eerste keer in de geschiedenis van Boekmeter dat we geen Dostojevski op 1 hebben staan?
Nee, er hebben er wel meer op één gestaan, zeker in het begin. Ook veel Fantasy. Het laatste deel uit de serie van Harry Potter heeft dat ook een tijd gestaan.
Natuurlijk, de beschrijvingen van de oorlogs- en genocide handelingen zijn tegelijk gruwelijk en inzicht gevend. Het is in deze beschrijvende passages dat Les Bienveillantes overtuigt.
Waarom echter de getroebleerde jeugd van hoofdpersoon Aue, zijn erotische liefde voor zijn tweelingzus, z'n homoseksuele uitspattingen en enkele latere ontwikkelingen erin zijn gestopt is me een raadsel. Het haalt de premisse van het boek, die ik toch al niet onderschrijf, compleet onderuit.
Inhoudelijk weet Littel eigenlijk geen nieuwe ideeën aan te dragen. Het gedrag van de nazi's wordt goedgepraat met argumenten als 'ieder ander zou het ook doen' en 'ik deed slechts m'n werk'. Hoe vaak hebben we dat al niet gehoord? Aue gaat wel een stap verder door zelfs ergens te ontkennen dat er sprake is van 'de banaliteit van het kwaad' (Hannah Arend) als het gaat om Eichmann, maar dat doet hij niet door de banaliteit in twijfel te trekken maar door het kwaad glashard te ontkennen. Ja, dan houdt het op. Het probleem met de analyses van Aue is dat hij moraliteit als een secundair gegeven ziet, iets dat voortvloeit uit de wil van het volk of de Fuhrer. Daarnaast brengt hij een bizarre samenhang aan tussen de wil van de Fuhrer en de wil van het volk, zonder dat deze samenhang wordt onderbouwd. (Wat de link met Plato betreft, hierboven aangehaald: lees hiervoor Popper, die al in 1946 laat zien dat de wereld van Plato een fascistische wereld is.)
Wat blijft er dan over? Literaire kwaliteiten? Nauwelijks. Ik kan me uit 1024 pagina's geen enkele mooie zin voor de geest halen. Het boek kent immens veel herhaling, langdradige droomvertellingen, uitweidingen over talen en volken van de Balkan, tot zeven- achtmaal toe weerkerende seksuele fantasieën in één enkel hoofdstuk. Ook de structuur van een man die aan het eind van zijn leven terugkijkt op deze periode komt vrij lukraak naar voren en is niet goed doorvlochten met de beschrijvingen.
Naarmate het boek vordert wordt de verteller steeds onbetrouwbaarder en het verhaal daarmee chaotischer. Het hele subplot met de twee detectives is idioot en past niet in de sfeer van het boek.
Nee, de eerste helft is nog wel lezenswaardig, en dan met name de oorlogsbeschrijvingen, maar daarna ontspoort Les Bienveillantes behoorlijk. Voordeel is wel dat ik zin heb gekregen om Binet te herlezen.

"Ook dat is de totale oorlog: burgers bestaan niet meer, en het enige verschil tussen een joods kind dat is vergast of doodgeschoten en een Duits kind dat is omgekomen door brandbommen, is de toegepaste methode; beide sterfgevallen waren even zinloos, geen van beide heeft de oorlog met een seconde verkort; maar in beide gevallen meende de man of meenden de mannen die hen doodden, dat wat zij deden juist en noodzakelijk was; als zij zich vergisten, wie treft dan schuld?"
Het hoofdpersonage "Vergeet" hier niet te vermelden dat Joodse kinderen met opzet werden vermoord maar wel dat Duitse kindslachtoffers toch echt "collateral damage" waren: dodelijke slachtoffers incalculeren zonder onderscheid van ras of sekse of leeftijd om de oorlog te beeindigen is nog altijd iets anders dan bewuste etnische geno(infanti)cide op Joodse kinderen begaan. Hiroshima/Nagasaki? Ik zie in waarom het vermoorden van Joodse kinderen "Noodzakelijk" was in de ogen van de nazi's maar de Duitse kinderen die omkwamen tijdens het bombardement op Dresden etc. en die van de Hitler Jugend in de nadagen van de oorlog waren niet een noodzakelijk kwaad, maar een noodzakelijk anti-kwaad, opdat er een einde kwam aan de oorlog die al veel te lang had geduurd en die door Hitler zelf, tegen beter weten in of niet, verlengd werd, gesteund door dit soort overtuigde diehard nazi's. Daarnaast is er volgens mij nog altijd een ethisch
Dat gegeven alleen al maakt dit boek behoorlijk heftig. En dan moet ik nog beginnen! Want wat ook binnen komt, is dat je meteen in de proloog begrijpt dat Aue uiteindelijk de dans zal ontspringen: in de chaos na de oorlog weet hij zich voor te doen als Fransman en in Frankrijk een nieuw leven op te bouwen. En pas dan begint de Aue tegen je te vertellen over zijn tijd als SS-er. Hoe hij ten eerste gestationeerd wordt in Oekraïne; achter de linies, waar de Einsatzgruppen bezig gaan het land te ‘zuiveren’ van Joden. Aue weet zich min of meer te onttrekken aan de meeste moordpartijen, maar ook hij ontkomt niet helemaal aan het ‘handwerk’. En zo vindt ook Aue zich op een bepaald moment terug aan de rand van een modderig massagraf, Joden doodschietend met zijn pistool en uitglijdend over dode lichamen. We hebben het dan over de gruwelijke massamoord van vele duizenden Joden in Kiev, waarover Littell zeer gedetailleerd vertelt. En dit maakt deze passages ongekend indringend.
Maar Littell doet veel meer in dit boek. Hij vertelt in even groot detail over bijvoorbeeld de interne gang van zaken bij de SS, de ambtelijke bureaucratie binnen deze organisatie, de constante wedijver tussen SS en Wehrmacht, het interne gekonkel, en over de vele bij voorkeur intellectuele discussies die onze Dr. Maximilien Aue (zelf jurist) pleegt te voeren. Zo wordt er, als Aue inmiddels in de Kaukasus zit, uitgebreid ingegaan op de etnografische lappendeken die deze regio is en op de vraag of het daar voorkomende volk van de Bergjoden moet worden beschouwd als joods. Deze pseudo-wetenschappelijke discussie is natuurlijk redelijk absurd voor mensen die echt geloven in de bespottelijke rassentheorie van de Duitsers als het superieure ‘Arische’ ras, maar toch laat Littell niet na hier langdurig over te vertellen. De enorme feitenkennis en beheersing over zijn onderwerp die Littell, onder meer in dit soort passages, tentoonspreidt is hierbij zeer indrukwekkend. Maar tegelijkertijd vraag je je soms wel af of het allemaal niet een beetje gekunsteld wordt. Ten eerste omdat het boek dus eigenlijk een navertelling van Aue is over hoe zijn tijd als SS-er was, en je je afvraagt hoe Aue in hemelsnaam dan zoveel details heeft kunnen onthouden. Ten tweede omdat de dialogen soms wel van een zeer intellectueel gehalte zijn: er wordt driftig met citaten van Griekse filosofen gestrooid dat het een lieve lust is. En zelfs aan een opgepakte communistische partijbons die weet dat hij snel zal worden gefusilleerd, weet Aue nog een prikkelend theoretisch discours te ontlokken over de verschillen tussen het communisme en nationaalsocialisme. Tja, dat is toch wel wat ongeloofwaardig…
Deze laatstgenoemde scene speelt zich overigens af in Stalingrad, waar Aue dus ook terechtkomt. De gruwelen die het omsingelde Zesde Leger hier moet ondergaan zijn onbeschrijflijk en bijna surreëel. En Littell maakt er hier ook steeds meer een surrealistische vertelling van, aangezien Aue op dit moment zijn greep op de werkelijkheid langzaamaan begint te verliezen. Het wordt hierdoor steeds onduidelijker waar dingen nu echt gebeuren of niet; zoals bij een scene waarin Aue’s vriend Thomas Hauser het ene moment de granaatscherven uit zijn opengereten darmen plukt en een paar dagen later blijkbaar weer kiplekker is. Littell doorsnijdt zijn verhaal hier ook steeds meer met herinneringen van Aue over diens jeugd, en steeds meer blijkt dat Aue al voor de oorlog een nogal getroebleerd mannetje was: gepest op school, misbruikt op het internaat, een enorme haat richting zijn ouders en een seksuele relatie met zijn tweelingzus, resulterend in een voortdurende obsessie voor haar.
Dit laatste element is verhaaltechnisch misschien toch niet zo handig van Littell, want hierdoor zullen lezers (en ook ik) zich steeds minder met Aue kunnen identificeren. En dit doet af aan de centrale boodschap die Littell eigenlijk al in de proloog aan je meegeeft. Aue richt zich dan tot de lezer en zegt hierin zoiets iets als: “Denkt u maar niet dat u beter bent dan ik; u heeft alleen het geluk in andere omstandigheden te verkeren. U bent nooit gedwongen geweest om te doden. Maar bedenk wel: ik ben net als u!” Het is een opmerking die je zeker aan het denken zet, want zou je zelf echt heel anders hebben gehandeld als Aue? Aue merkt ergens op dat iedereen in een oorlog dingen doet die hij niet wil doen; zowel het slachtoffer als de dader. En word je niet gedwongen door de situatie? Kun je wel in opstand komen tegen het systeem? Niet als je enig gevoel voor zelfbehoud hebt, lijkt het… Want als Aue dan bijvoorbeeld heel voorzichtig eens een keer in opstand komt tegen de waanzinnige opdrachten van zijn superieuren, dan wordt hij meteen ‘weggepromoveerd’ naar Stalingrad, wat dan al min of meer een zekere dood is…
Hiermee is, denk ik, de kern van dit boek al wel geschetst. Niet dat ik daarmee nog maar een derde heb verteld van het plot, want ook na Stalingrad zijn er tal van verwikkelingen. Zo krijgt Aue nieuwe taken die hem dicht brengen bij veel top-nazi’s, waarvan de belangrijkste toch wel Himmler, Speer en Eichmann zijn. Met met name die laatste voert Aue veel gesprekken, waardoor je (een denk ik vrij realistisch) beeld krijgt van het fantasieloze bureaucratische mannetje dat die Eichmann in de kern was. Littell vermengt deze aan realiteit schurende passages met zelfverzonnen personages, die zonder uitzondering nogal excentrieke types zijn. Neem de immens dikke, ruftende dr. Mandelbrod bijvoorbeeld, die als een soort sinister meesterbrein op de achtergrond onder alle hoge nazi’s groot aanzien heeft, en in Aue een beschermeling ziet. Of neem de kolderieke agenten Weser en Clemens, die Aue verdenken van de moord op zijn ouders en hem tot in extremis blijven stalken. Zij lijken rechtstreeks weggelopen uit nota bene Kuifje, als spitting image van Jansen en Jansen. Misschien wilde Littell hier bewust een paar lichte noten inbrengen in zijn toch loodzware vertelling. Want ja, het wordt er steeds minder fraai op. Aue begint steeds meer zijn grip op de werkelijkheid te verliezen en is ook zelf schuldig aan enkele vreselijke obsceniteiten en brute moorden. Op het eind, tijdens de ondergang van Berlijn, moet zelfs zijn trouwe vriend Thomas Hauser, die hem uit tal van netelige situaties heeft gered, het ontgelden. En met deze laagst denkbare daad eindigt het boek…
De conclusie van deze idioot lange recensie is in ieder geval dat dit een ontzettend fascinerende en ook soms heftige leeservaring is. Een boek ook dat heftige emoties oproept, zo blijkt bijvoorbeeld ook uit de uitgebreide discussie die ik tegenkwam op het forum van NRC-boeken. Ik denk ook dat het een boek is dat zeker niet op alle punten even geslaagd is, maar denk wel dat het een ontzettend knappe tour-de-force is van een schrijver die op dat moment 38 jaar oud was, inderdaad: even oud als ik nu ben. De geboren Amerikaan Littell heeft het boek hiernaast ook nog eens in het Frans geschreven, niet eens zijn moedertaal, en dat vind ik bepaald indrukwekkend! Kortom: een boek dat je gelezen moet hebben!
Zie ook: Christian Deterink.nl
Dat gedoe met zijn zus blijft in het luchtledige hangen en zijn anusfixatie is ronduit te veel van het slechte. Net zoals dat gehannes met die Jansen en Jansens-detectives in relatie tot zijn vermoorde moeder. En vele pagina's gemurmel over bijvoorbeeld linguïstiek dan wel een droomreis over de Russische steppe draagt ook niet bij tot de kern van het verhaal. Met een paar honderd bladzijden flauwekul minder zou het een beter boek zijn geworden. De kunst van het weglaten dus Jonathan Litell.
De enige interpretatie die voor mij deze stukken ietwat leesbaar maken is dat de Aue langzaamaan krankzinnig wordt doorheen het verhaal. Dat hij op het einde Thomas koelbloedig vermoord nadat deze hem had gered is voor mij een krachtig einde en voorbeeld van het overlevingsinstinct dat noodzakelijk was, al had ook dit stuk mijns inziens krachtiger kunnen geschreven worden.
Wat betreft de titel, dacht ik lange tijd dat het een uitgemaakte zaak was, waar deze op sloeg: welwillend in de zin van gedienstig, dus bereidwillig om om het even te buigen voor het juk van de starre hiërarchie van de Nazi-ideologie. Dat dit iedereen kan overkomen, de centrale stellingname van het boek, sluit hier naadloos op aan. Het gaat uiteindelijk maar om de structuur, een mens onderwerpt zich er toch wel aan, de mens is immers een groepsdier die iets wil bijdragen aan de collectieve constellatie van dat moment. Dat spreekt Max Aue op een bepaald moment in het boek ook letterlijk uit; hij wil ergens bij horen. En het tijdsbeeld noopt hem er nu eenmaal toe een verderfelijke ideologie ten dienste te staan. Totdat die laatste zin wordt uitgesproken, ik herhaal hem even: ‘De welwillenden waren mij weer op het spoor.’ Men zou kunnen beargumenteren dat dit juist bovenstaande these versterkt. De oorlog is voorbij, dus er komt snel een nieuwe orde, en ook die zullen hem willen inlijven en voor het karretje van een andere ideologie willen spannen. Niet voor niets heeft Aue een paar bladzijden tevoren een bizarre ontmoeting met zijn beschermheer, de grijze eminente Herr Mandelbrood, die via zijn contacten een betrekking in nota bene de Sovjet-Unie heeft geronseld, het land van het communisme dat na de joden, staatsvijand van de nazi’s nummer één is.
Een andere these, zoals die hierboven door BobdH is aangedragen, zijn het de goedertierenste mensen die de dood hebben gevonden in de oorlog, die hem ‘op het spoor zijn’, in zijn herinneringen welteverstaan. Een fragment pleit daarvoor: wanneer hij verschrikkelijk ziedend op zijn nieuwste liefje Helene wordt, puur vanwege haar onbetamelijke goedheid. Het zijn de goeden, die de mensen die verachtelijke daden heeft begaan, zoals Max Aue, altijd zullen achtervolgen in hun geheugen, dromen en geestesoog. Enniewee, die dubbelzinnigheid, de mogelijkheid om eindeloos over de exacte betekentis te kunnen discussiëren, met een even eindeloos reservaat aan argumenten voor beide kanten van de zaak, is een pluspunt aan het boek.
De opzet is er een van een meesterwerk, maar de uitwerking is dat niet, althans geen onbetwistbaar meesterwerk. Niet zoals bijvoorbeeld de Voyage van Celine dat is, dat ook deels over de (Eerste) Wereldoorlog handelt. Waarom niet? Omdat Littell wel talent heeft, maar geen echt oorspronkelijk zinnen kan smeden, waarin wijsheid, genialiteit en emotionele inslag troef zijn. Literair dus geen echte top. De proloog, de blikvanger die de lezer 962 pagina’s bij zich moet houden, is goed, maar nergens staan er zinnen in die je systeem onherroepelijk ingaan, en die je over 40 jaar nog moeiteloos met een krachtig gevoel van weemoed kan oplepelen.
Het verhaal is zeer indrukwekkend doch regelmatig vervelend doordat er te veel onnodige details worden aangehaald.
Ik betrapte me er soms op dat ik sympathie voelde voor Aue. Wat verschikkelijk!
Misschien is het juist hierdoor dat ik het eerste deel van het boek met veel meel plezier en interesse heb gelezen dan het tweede deel. Eenmaal terug in Berlijn ontvouwt zich een verhaal dat bij vlagen nog fantastische is, maar vooral toch ook erg langdradig. Hierdoor werd het lezen van dit boek langzaam en was doorzettingsvermogen nodig. Jammer, want hierdoor wordt het boek voor mij geen echte topper. Ik snap alle lof en de winst van de Prix Goncourt goed, maar ik ben toch van mening dat dit een veel sterker boek was geworden als tenminste de helft van de pagina's was geschrapt.
Enter Herr Aue: een wat vage en vooral ongeloofwaardige SS-er.die ongeveer overal, zelfs in Stalingrad kon gaan en staan, waar en wanneer ie maar wilde. Veel meer dan wat rapporten schrijven en op herstelverlof gaan doet ie niet, een wat kunstmatige ingreep om álle facetten van de oorlog te belichten: de massa-executies, Stalingrad, de Hongarije-episode… overal staat ons baasje op de eerste rij. Op de duur dacht ik… 'straks belandt hij nog in de bunker'… en jawel hoor, met een groteske fantasietje als extra.
Om hem wat meer reliëf te geven, is ie warempel ook nog eens incestpleger en fanatiek belijder van de fysieke herenliefde… een intellectueel zowaar, en oh ja, ook nog Fransman. Zaken die vwaarschijnlijk meer diepte moesten geven, maar vooral afleiden.
Wat mij nog het meest boeide en vooral verbijsterde was om te zien hoe lang en hardnekkig er met deze dwaasheid doorgegaan wordt tot het bittere einde, terwijl het kalf toch al lang verzopen is. Hoe er constant über-, unter, Reichs en Satandrtenführers benoemd, bevorderd, overgeplaatst worden… Die verschrompeling van het IIIde Rijk kon me wel bekoren.
De rest véél minder dus. Het aantal Blobels, Schellenbergs, Müllers en Osnabrugges die de revue passeerden waren ronduit irritant. Zo passeren op één bladzijde soms wel 15 eigennamen (!), komaan, jong! En rot toch op met je dromen… daar heb ik echt geen verhaal aan.
In een poging een allesomvattende oorlogsgruwelroman te schrijven neemt Littell dan ook véél te veel hooi op zijn vork (de zus-fixatie, zijn erotische fantasmen, en heckyll & jeckyll die zowaar naar het Russische front zoeken om onze vriend Aue te interpelleren, tot nog in de Berlijnse metro toe… really???)
Zoals de Duitsers (of Goethe dan toch) het zelf zo mooi zeggen: In der Beschraenkung zeigt sich erst der Meister. Littell doe het tegendeel, met de ellenlange masturbatiemarathon in het huis van zijn zus - een soort variant op La Grande Bouffe waarin Aue zichzelf naar de verdoemenis wil rukken - als triest en vooral strontvervelend dieptepunt.
Littell heeft dit soort zaken van de eerste rij meegemaakt, dus ik twijfel geen seconde aan zijn goede intenties, maar hij weet me gewoon niet te raken. Ik zag één foto van een Duitser die een vrouw met een kind in haar armen neerschiet en dat raakte me een triljoen keer meer dan dezelfde scène die Littell letterlijk beschrijft.
Nog nooit zo lang over een boek gedaan.
Het verhaal is zeer indrukwekkend doch regelmatig vervelend doordat er te veel onnodige details worden aangehaald.
Ik betrapte me er soms op dat ik sympathie voelde voor Aue. Wat verschikkelijk!
Mja, da's wel de verdienste van Littell: dat het (ook al waren het Nazi's) niet 'de Nazi's' waren, maar mensen. En ja, dat wij ook aan deze of gene kant hadden kunnen staan…
Wat mij nog het meest boeide en vooral verbijsterde was om te zien hoe lang en hardnekkig er met deze dwaasheid doorgegaan wordt tot het bittere einde, terwijl het kalf toch al lang verzopen is. Hoe er constant über-, unter, Reichs en Satandrtenführers benoemd, bevorderd, overgeplaatst worden… Die verschrompeling van het IIIde Rijk kon me wel bekoren.