
Die Welt von Gestern: Erinnerungen eines Europäers - Stefan Zweig (1942)
Alternatieve titels: De Wereld van Gisteren: Herinneringen van een Europeaan | Privé-Domein Nr. 168
Duits
Autobiografisch / Ideeënliteratuur
490 pagina's
Eerste druk: Bermann-Fischer,
Stockholm (Zweden)
Stefan Zweig geeft in deze autobiografie een tijdsbeeld weer van het Europa en met name van het Oostenrijk van de eerste decennia van de 20e eeuw. Hij schrijft over zijn kinder- en schooljaren, z'n studententijd, z'n reizen en zijn vele ontmoetingen met allerlei culturele en wetenschappelijke grootheden uit die tijd. Deze memoires kunnen gelezen worden als een cultuurgeschiedenis van Europa en als één groot pleidooi voor Europese eenheid.
- nummer 6 in de top 250
Het is ook opmerkelijk hoeveel beroemdheden uit zijn tijd Zweig ontmoet heeft.
Ik vraag met af of het verhaal bij jongeren van vandaag niet helemaal uit een andere wereld komt en of het op hen nog indruk kan maken.
Ik heb echter twee bezwaren tegen het boek, waardoor mijn beoordeling nogal uit de toon valt bij de andere stemmen hier. Het eerste is de langdradigheid. Zweig schrijft dat hij bij het creëren van een roman of novelle begint met een uitgebreide opzet, en dat hij de werkelijke arbeid er in ziet om vervolgens steeds verder in te korten totdat alleen de essentie over blijft. Dat procedé zal hij bij dit boek denk ik niet hebben toegepast. Telkens zijn er weer opsommingen van alle bekende namen, de mensen met wie hij contact had, en ook herhalingen van analyses (drie keer in een paar bladzijden wordt Oostenrijk getypeerd als de steen die de muur bij elkaar houdt).
Mijn tweede bezwaar, dat nog iets zwaarder weegt, is dat Die welt von gestern soms neigt naar dweperigheid. Het klinkt misschien gek om dit te zeggen van zo'n gerenommeerd auteur en hij heeft ook de meest bijzondere mensen gekend (Freud, Gorki, Rolland, om er drie te noemen uit een hele rits, waar overigens niet Einstein bij hoort, zoals de uitgever abusievelijk vermeldt in een inleidende tekst), maar de persoonsverheerlijking die hij telkens weer tentoon spreidt blijft niet werken. Dat één iemand een doordringende blik heeft en een stralend intellect koppelt aan een helderziende blik, dat maakt indruk, maar tien van zulke figuren opvoeren stompt een beetje af.
Wel heel mooi vond ik de beschrijving van het graf van Tolstoj, een passage die groots is in z'n oprechte sentimentaliteit.
Wat ik verder enorm waardeer is dat Zweig zijn privéleven, zodra het niet relevant is voor het verhaal, zoveel mogelijk buiten beeld laat. Op pagina 270 van mijn ebook (van de 375 bladzijden) blijkt hij ineens een vrouw te hebben, en nog vijftig pagina's later ook kinderen. Het memorabele voorwoord van het boek onderstreept dit nog eens vet (de openingszin luidt: Ik heb mijn eigen persoon nooit zo belangrijk gevonden dat ik in de verleiding ben geweest, anderen de verhalen van mijn leven te vertellen. Me dunkt ook een instelling die verloren is gegaan in onze huidige tijd.)
De wereld van gisteren is een boeiend tijdsdocument dat inzicht geeft in een cruciale periode in de geschiedenis en daarmee ook tot nadenken stemt over de eigen tijd. Literair heeft het echter een aantal zwakheden en in dat opzicht geef ik de voorkeur aan Sandor Marais Bekentenissen van een burger.
Wel een goed boek. Je merkt aan alles dat Zweig een belezen man is met een goede smaak en zijn smaakvolle chique taalgebruik hoort daar bij en past ook bij die wereld van gisteren, een sterk voorbeeld waarin stijl en inhoud bij elkaar horen. Zweig is sowieso een goed observant. Vooral als hij het heeft over de verandering van kledingstijl waarin je ziet dat de wereld veranderde sinds zijn jeugd, maar ook de hoofdstukken van Oostenrijk vlak na de oorlog waarin hyperinflatie was zijn erg sterk beschreven.
Op emotioneel niveau is Zweig minder sterk. Zo zegt hij elke keer dat hij het zo zwaar heeft niet meer in zijn vaderland te kunnen zijn, maar zowel op emotioneel als rationeel niveau komt dit niet over. Dat eerste omdat hij allicht dát talent niet heeft, maar ook op dat andere niveau lukt dat niet. Want laten we wel wezen, Zweig had het niet slecht. Een gevierd schrijver die zo ergens anders zou kunnen wonen zoals ook Thomas Mann en andere bekende personen in die tijd hebben gedaan. Zijn ellende is in niets te vergelijken met echte vluchtelingen. Het laatste hoofdstuk dat vooral daarom draait was ook veruit het zwakste. Pas als hij gaat omschrijven dat hij met het paspoort van de vijand eigenlijk afhankelijk is van de grillen van zijn gastheer en wat dat doet met een mens, dan wordt hij op intellectueel niveau weer interessant, maar daar had hij op voort moeten bouwen.
Geen meesterwerk, wel een goed tijdsdocument. 4,0*.
Zijn oprechte begaanheid met het Europese lot, en het zowel tragische collectieve als persoonlijke lot maken dit een must-read voor iedereen de geïnteresseerd is in het belle époque, de Eerste Wereldoorlog en het interbellum.
De zelfmoordbrief van Zweig is geschreven in de ik-vorm en er staat geen woord in over zijn echtgenote. Vreemd, dacht ik toen ik dit las. Wat er wel in stond kwam erop neer dat hij, na in 1934 te zijn gevlucht voor de nazi's, het leven als zwerver in ballingschap moe was en niet meer wilde leven in deze nare tijd. Het was een keurig opgestelde brief, lichtelijk pathetisch maar weinig emotioneel.
Datzelfde gevoel kreeg ik bij het lezen van De wereld van gisteren. De memoires van Stefan Zweig, die hij kort voor zijn zelfmoord voltooide. De schrijfstijl is prettig. Zweig is eloquent en ik vind het bijzonder knap dat hij het boek (kennelijk) zonder documentatiemateriaal heeft geschreven. Uit zijn blote hoofd dus, puur vanuit zijn beleving.
Zweig leefde in een historisch gezien behoorlijk tumultueuze tijd, met twee wereldoorlogen. Het meest interessant vind ik echter zijn beschrijving van zijn jeugd in Wenen, in de idyllische jaren voor de Eerste Wereldoorlog. Afkomstig uit een welgesteld joods milieu had hij weinig zorgen aan zijn hoofd. Kunst en cultuur waren in het Habsburgse Rijk belangrijk en werden met de paplepel ingegoten. Hoewel Zweig behoorlijk ingehouden is met het tonen van zijn persoonlijke gevoelens, voel je als lezer de weemoed naar een zorgeloze tijd die nooit meer terugkomt.
Zweig kiest al jong voor de literatuur en, naast het schrijven van romans, novellen, toneelstukken en poëzie, houdt hij zich vooral bezig met reizen en het voeren van intellectuele gesprekken met vrienden. Sommigen daarvan zijn ook nu nog bekend, andere namen zeggen mij weinig.
Wanneer je een tijdje onderweg bent in een boek, dan vorm je je er langzaam een oordeel over. Bij De Wereld van gisteren duurde het even voor ik helder had wat ik ervan vind. Zoals gezegd is het goed geschreven, maar meer dan een indruk van de tijd waarin Zweig leefde krijg je niet. Zweig presenteert zich als bedachtzame intellectueel. Rationeel, redelijk en uiteraard een voorstander van een verenigd Europa. (Diepe) persoonlijke emoties laat Zweig bij voorkeur achterwege. Alleen bij de voortdurende lofzangen op zijn beste vrienden (zoals Rilke) gaan de remmen behoorlijk los. Maar steeds in bedachtzaam en uiterst gepolijst proza. Dat zijn vrienden zoveel eer krijgen en hij amper een woord wijdt aan zijn twee echtgenotes en kinderen vind ik overigens eigenaardig.
Ik heb te weinig van Zweig gelezen om echt goed te kunnen oordelen over zijn werk. De Schaaknovelle vond ik best goed, maar De Wereld van gisteren nodigt mij niet uit om meer van hem te lezen. Het meesterwerk dat velen erin zien heb ik ook niet kunnen ontdekken. Misschien was Zweig precies zoals hij zich presenteert: bescheiden, redelijk, kosmopolitisch etc. Ik bespeurde echter elitaire en snobistische trekjes en had het gevoel dat Zweig zich voor een deel heeft verstopt achter zijn gepolijste proza.
Zijn zelfmoordbrief past ook in het beeld dat ik heb. Misschien hebben de nazi's hem inderdaad tot zelfmoord gedreven, maar ik kan mij niet voorstellen dat dit de enige reden is geweest. Maar wat er echt in Zweig omging zullen wij nooit weten. Hij heeft ons een fraai in elkaar geknutseld beeld van zichzelf en zijn tijd nagelaten, maar hoe authentiek dit beeld is..geen idee.
Ondanks mijn licht kritische recensie geef ik toch 4 sterren aan dit boek. Ik vond het boeiend en kan het waarderen als iets goed is geschreven. Lezers van In Europa van Geert Mak zullen De Wereld van gisteren ook wel kunnen waarderen
Bijna iedereen: Pleun, eRCee en ikzelf vinden het boek te 'pathetisch', 'dweperig' of 'overgedienstig'. Nu deelde Freud Zweig ooit al mede dat hij aan 'pathetische overdrijving' leed. Dus het was een (stijl)kenmerk van de man.
Dan is het niet meer dan logisch, dat op Zweig's meest sentimentele moment – namelijk vlak voor zijn dood, in een wereld die naar de knoppen aan het gaan is, als hij terugkijkt op zijn leven en de relaties die hij daarin is aangegaan – deze stijlvorm culmineert.
Wat ik probeer te zeggen: ik heb dezelfde kritiek geleverd, maar het voelt toch een beetje gratuite en vooral onempathisch om dit Zweig te verwijten, zo vlak voor zijn dood.
Wat denken jullie?
Wat ik probeer te zeggen: ik heb dezelfde kritiek geleverd, maar het voelt toch een beetje gratuite en vooral onempathisch om dit Zweig te verwijten, zo vlak voor zijn dood.
Wat denken jullie?
Ik denk dat het bij literaire kritiek niet gaat om empathie. Menselijk is het begrijpelijk, maar dat maakt het esthetisch niet meer gerechtvaardigd in mijn ogen.
Om een klein discussietje te starten:
Bijna iedereen: Pleun, eRCee en ikzelf vinden het boek te 'pathetisch', 'dweperig' of 'overgedienstig'. Nu deelde Freud Zweig ooit al mede dat hij aan 'pathetische overdrijving' leed. Dus het was een (stijl)kenmerk van de man.
Dan is het niet meer dan logisch, dat op Zweig's meest sentimentele moment – namelijk vlak voor zijn dood, in een wereld die naar de knoppen aan het gaan is, als hij terugkijkt op zijn leven en de relaties die hij daarin is aangegaan – deze stijlvorm culmineert.
Wat ik probeer te zeggen: ik heb dezelfde kritiek geleverd, maar het voelt toch een beetje gratuite en vooral onempathisch om dit Zweig te verwijten, zo vlak voor zijn dood.
Wat denken jullie?
Onempathisch niet. Je vindt het pathetische mooi of niet en ik hou er niet zo van. Begrip kan ik er wel voor hebben maar ik hoef het niet mooi te vinden.
Dat 'gratuite' van het uiten van een mening kan je breder trekken naar alle literatuur. Een auteur stopt vaak zijn of haar ziel en zaligheid in een boek, met een resultaat dat je bevalt of niet. Wanneer ik een boek niet goed vind besef ik dat het voor mij makkelijk is om in een paar regels kritiek te uiten, dat kost geen enkele moeite. En ook al voelt het als terechte kritiek, het is tegelijkertijd goedkoop. Daarom zou ik nooit recensent willen zijn denk ik. Sommige recensies zijn op zich ware ambachtelijke meesterwerkjes, maar het staat niet in verhouding tot het bloed, zweet en tranen van een auteur.
Schrijvers als Milan Kundera en Thomas Mann hebben anders veel waardering voor (goede) literaire kritiek.
Dat snap ik, ik vind zelf een recensie van iemand die er verstand van heeft ook erg boeiend. Het is meer iets persoonlijks, wanneer ik zelf iets beweer dan besef ik dat het vrij makkelijk is om iets te roepen over een boek.
De wereld van gisteren – Stefan Zweig | Lalagè leest - lalageleest.nl
Vreemder is het dat hij hierop bijna nergens in dit boek dan ook maar enigszins op ingaat; het blijft bij voortdurend bewieroken en zoals gezegd ontbreekt enige echte vorm van diepgang in het boek bijna geheel.
Daarnaast was Zweig echt iemand uit de extreme upper class van die tijd, welgesteld, zonder enige tegenslagen en een rijk leven in alle opzichten, zodat zijn extreme lijden in de oorlog al ontstaat als zijn boeken niet meer mogen worden gepubliceerd of als hij gedwongen naar Londen moet verhuizen. Natuurlijk was dat allemaal wel heftig maar als je bijvoorbeeld Primo Levi of Viktor Frankl hebt gelezen was de oorlogstijd van Zweig voor een jood, zonder enige vorm van direct levensgevaar, dwangarbeid of honger, relatief enorm mild te noemen.
Toch een heel mooi tijdsbeeld en goede, fijn leesbare verhandelingen over bijvoorbeeld het onderwijs van destijds (dat vooral dient om vrije, onafhankelijke geesten te onderdrukken en deze dienstbaar te maken aan de autoriteit van de staat, zie hier dan toch iets van het kneden van de mens tot kuddedier van Nietzsche), al ligt het snobisme er vaak wel erg dik bovenop. Dat je bij Freud op bezoek gaat en dan ook nog je andere vriend Salvador Dali meeneemt, het zal wel waar zijn allemaal maar het wordt allemaal wel heel expliciet benoemd.
Toch 4 sterren maar eerder 3.5 dan 4.5.