Brin begint met Sundiver zijn episch verhaal van de 'Uplift' geschiedenis. De mensheid uit de toekomst heeft contact gemaakt met buitenaardse wezens. Niet enkel ontdekken we dat we niet meer alleen zijn maar ook dat er blijkbaar een aonen tellende geschiedenis is van buitenaardse wezens en dat de mens er maar recentelijk bij komt kijken.
Blijkbaar is er ooit een moeder-ras geweest dat andere rassen tot intelligentie heeft verholpen. Eens deze uit hun moeder-ras schoot ontgroeien trekken ze het univerusum in om zelf andere rassen te 'upliften'. Op die manier is er een complexe maatschappij gegroeid waarbij eeuwen-oude rassen met elkaar een bepaalde hierarchie hebben opgebouwd. Nu blijkt echter dat niemand weet welk ras de mens heeft doen evolueren naar intelligentie.
Met dit boeiend universum als achtergrond, ontspint zich het verhaal van sundiver, een missie die moet onderzoeken of er intelligent leven is in de buitenste atmosfeer van de zon. Samen met vertegenwoordigers van de Pring en de Pil, hun moederras, onderzoekt een team van mensen of ze contact kunnen leggen met de zogenaamde geesten.
Dit verhaal komt echter moeilijk op gang en Brin heeft ook heel wat moeite om de technologie uit te leggen, die het zoegenaamd mogelijk maakt dicht bij de zon te geraken. Het lukt hem wel maar tijdens het lezen blijft het een moeilijk te vatten concept. De zon, onnoemelijk heet verbrandt tensloote toch alles wat in de buurt komt? Hier niet dus.
Het eigenlijke verhaal is een complot dat uitgewerkt wordt in een soort thriller vorm. De eigenlijke actie beperkt zich wel tot de laatste vijftig pagina's, die dan wel, toegegeven, erg spannend zijn.
Uiteindelijk is Sundiver niet veel meer dan een introductie tot de Uplift trilogie, een space-opera van epische proporties, de latere delen beloven beterschap, ben benieuwd of ze de hoge verwachtingen kunnen inlossen. Dit boek blijft echter matig: 3*