menu

Nachtverhaal - Paul Biegel (1992)

mijn stem
3,96 (14)
14 stemmen

Nederlands
Jeugdboek
Sprookje

159 pagina's
Eerste druk: Holland, Haarlem (Nederland)

In een oude villa leefde, lang geleden, een huiskabouter die elke nacht stilletjes rondging om te kijken of alles in orde was. Hij woonde op zolder in het poppenhuis waarmee de kinderen vroeger hadden gespeeld en dat daar was weggezet. Elke zaterdagavond kreeg de kabouter bezoek van Rat en Pad die in de kelder woonden en kwamen kaarten. Maar op een nacht tijdens een harde storm, staat er opeens heel iemand anders voor zijn deur: iemand van een volkje dat niet te vertrouwen is, iemand met wie de kabouter niets te maken wil hebben, die hij meteen weer kwijt wil, maar toch ook weer niet, want hij krijgt een verhaal te horen, zo spannend, zo griezelig, en zo vol geweldigheden waarvan hij het bestaan niet wist, dat hij steeds méér verteld wil krijgen, nacht na nacht na nacht ... Het neemt de kabouter zo in beslag dat hij nergens meer aan toe komt en al het andere vergeet. Dat merken Rat en Pad; dat merkt ook de oude grootmoeder, en de gevolgen daarvan zijn nog griezeliger dan het nachtverhaal zelf ...

zoeken in:
avatar van aERodynamIC
5,0
Misschien wel het mooiste jeugdboek dat ik ken. Prachtig!

Ook heel erg leuk om voor te lezen. Wat dat aan gaat heb ik wel wat met Paul Biegel. Ik vind het een plezierig kinderboeken-schrijver.

monkey
Heerlijk om bij weg te dromen.
een 4,0


Ted Kerkjes
Paul Biegel is voor mij onlosmakelijk verbonden met een leraar van de basisschool. In mijn herinnering was het een zeer oude man. Toen ik hem jaren later nog een keer toevallig tegenkwam en hij geen steek veranderd was, besefte ik mij dat hij vooral in mijn kinderogen oud geleken moest hebben, net zoals de moeders van mijn klasgenoten die altijd "gewoon oud" waren. Dat deze docent oud leek, zal niet in de laatste plaats komen door de prachtige, grijze baard die hij droeg. Alsof deze baard op zichzelf niet fantastisch genoeg was, was deze goede man ook gezegend met de kunst van het vertellen. Hij kon de klas met zijn virtuoze vertelwijze en zijn verhalen moeiteloos stil krijgen: als hij vertelde, hing iedereen aan zijn lippen. Voorlezen kon hij ook. En als hij voorlas, was dat meestal uit het werk van Paul Biegel. Dat is niet vreemd, want Paul Biegels boeken zijn boeken waarin het vertellen zelf een grote rol speel. Neem bijvoorbeeld Het sleutelkruid, waar de verhalen de koning in leven houden.
Niet zelden wordt Paul Biegel "meesterverteller" genoemd. En geheel terecht: zijn boeken zijn betoverend, spannend, fantasierijk, origineel, maar ook ingenieus geconstrueerd en soms ondoorgrondelijk. Dat Biegel ook echt een kunstenaar is en een begaafd schrijver, blijkt ook uit de verhaallijnen die vakkundig door elkaar gevlochten zijn en nog prachtige losse eindjes bevatten waar de lezer nog fijn aan kan peuteren.

In dit boek is Biegel echt op zijn best.
Het hoofdverhaal over de huiskabouter die in een poppenhuis woont. Dit poppenhuis bevindt zich weer in een oude villa waar een oude vrouw woont, en stiekem nog een Pad en een Rat. De huiskabouter doet iedere nacht trouw zijn ronde door het huis om te controleren of het gas niet aan staat, of er ergens nog licht brandt en dat soort zaken. Pad en Rat zijn een soort van vrienden van de kabouter en iedere zaterdag komen ze bij hem kaarten, wat met een hoop geruzie gepaard gaat. Het liefst zou de kabouter die twee de deur uit zetten, maar hij gedoogt ze toch maar. Als er op een stormige, regenachtige nacht een verzopen fee bij de kabouter klopt, weet de kabouter niet goed wat te doen. Hij is ietwat bang, want kunnen feeën niet toveren? Hij besluit haar één nachtje te laten blijven. Daarna moet ze weer verder. De vleugels van de fee zijn flink gehavend. De kabouter is nieuwsgierig en vraagt hoe dat zo gekomen. Het verhaal is lang en spannend, en de fee vertelt zó goed dat de kabouter iedere avond nieuwsgieriger en nieuwsgieriger wordt naar de afloop en iedere dag weer belooft dat de fee wat langer mag blijven. Dit gegeven doet uiteraard sterk aan de Verhalen uit Duizend-en-één-nacht. Zelf legt Biegel deze link ook al door als motto van het boek een citaat van Sheherazade te gebruiken: "...maar ziet, lieve, de zon komt op, ik moet mijn vertelling staken..."
De lezer blijft net zo geboeid als de kabouter. De verhalen van de feeën zijn avontuurlijk, sprookjesachtig en fantasierijk. De fee vertelt dat ze de Dood zoekt sinds ze een hommel zag die stervende was. Die zoektocht brengt haar in alle uithoeken van de wereld, maar niet tot haar doel, want sterven is slechts weggelegd voor mensen en dieren: sprookjesfiguren kennen geen tijd. Dag en nacht is voor hen slechts een verschil in licht. Dit gegeven komt ook naar voren in bepaalde uitspraken van de fee, zoals: “Urenlang, kaboutertje, of weken, of maanden, of jaren, ik weet het niet." Als er een tijdsduur gespecificeerd wordt, is dat in symbolische aantallen, waarin vooral het getal zeven vaak terug komt.
Ik vind het ontzettend knap dat Biegel zelfs van de piepkleine rol van de stervende hommel een volwaardig, boeiend en levendig figuur te maken. Het mooiste verhaal van de fee vind ik van de Urukuu, de aartslelijke kobold, die uit de grond wilde om “de mooite” van de wereld te zien.
De kobold Urukuu kwam uit de grond en zag voor het eerst de blauwe lucht. ‘Wat een mooie deksel zit er op de wereld!’ riep hij uit. ‘En alles past er precies onder!’ Hij keek en keek, zo groen waren de bomen, zo geel de paardenbloemen, maar een beuk was rood, wat een mooite, wat een mooite!
Dat is toch prachtig?

In dit boek is Biegel ook wat betreft schrijfstijl op zijn best. In de vertellingen maakt hij veel gebruik van alliteratie en rijm. Dit doet hij op een goede manier, niet op Suske en Wiske-niveau. Bovendien mogen sprookjesfiguren dat. Ook bevat het verhaal, zowel in verhaallijn als in taal, subtiele herhalingen. Deze herhalingen doen wat denken aan de verhalen van Grimm en Andersen, die ook herhaaldelijk herhalingen bevatten, maar Biegel zet ze wat subtieler in.
Overigens moet ik niet de illustraties van Lidia Postma vergeten: prachtige prenten met hele interessante technieken. Ik kwam erachter dat er ook kleurenuitgaven van het boek zijn verschenen. Zelf heb ik een zwart-wit-editie. Dit maakt het wel wat spannender, doordat je soms echt goed moet kijken wat er te zien is. Het zijn illustraties zoals illustraties mogen zijn: ze vullen aan, zetten aan tot verder fantaseren. Ze geven niet alles meteen weg, maar laten ruimte over tot interpretatie. Erg knap!
Interessant in dit boek is de combinatie van de sprookjeswereld en de wereld zoals wij die kennen. Vaak wordt dit niet bijster goed gedaan: meestal fungeert één van de werelden als decor of als zijtakje. In Nachtverhaal zijn beide werelden even belangrijk en interessant. Of de werelden wel zo gescheiden zijn, is overigens ook niet helemaal duidelijk. Hier zal ik maar niet te veel op ingaan, want ik wil niets verklappen…
Het einde is fantastisch. Biegel weet precies genoeg af te sluiten en precies genoeg open te laten om de lezer zelf aan het denken en vooral aan het fantaseren en mijmeren te zetten.
Hoewel Paul Biegels boeken uiteraard nauw verwant zijn aan de klassieke sprookjesverhalen, eindigen zijn verhalen nooit met “En ze leefden nog lang en gelukkig.”
Gelukkig niet.

avatar van HALVE TAMME.
Mooi geschreven stuk Ted Kerkjes

Ted Kerkjes
HALVE TAMME. schreef:
Mooi geschreven stuk Ted Kerkjes
Dankjewel, HALVE TAMME.!

Gast
geplaatst: vandaag om 10:36 uur

geplaatst: vandaag om 10:36 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.