Dit boek doet denken aan het werk van Flannery O’Connor. Het is eveneens een cynisch verhaal met christelijke thematiek. Het hoofdpersonage schrijft, aanvankelijk als een soort grap , een adviescolumn onder het pseudoniem Miss Lonelyhearts. Door de brieven die de lezers insturen, ervaart het hoofdpersonage het ondragelijk leed van de Great Depression. Dit leed drijft het hoofdpersonage tot een existentiële crisis. Er bestaat geen verlossing; niet voor zijn lezers en niet voor hemzelf. Op alle wanhopige vragen kan hij enkel antwoorden met nietszeggende clichés. Zijn baas - Shrike - berust zich in het uitzichtloze, maatschappelijke leed en maakt er zelfs cynisch misbruik van. In een memorabele monoloog betoogt hij dat elke manier waarop men het lijden wil verlichten - o.a. hedonisme, kunst en religie – gedoemd is te mislukken. Het hoofdpersonage verzet zich tegen dit nihilisme, en ervaart zelfs een religieuze conversie. Binnen de context van het verhaal is dit echter een stijlbreuk; het is al even clichématig als de antwoorden die hij geeft aan de lezers van zijn adviescolumn. Nathanael West legt hiermee een dubbele laag in het verhaal. Alle waarden waarmee de mens haar pijn wil ontstijgen, zijn wellicht niets meer dan radeloos vluchtgedrag. Door de versnelde informatievoorziening van het internet en de veelvuldigheid waarmee we worden geconfronteerd met treurnis buiten onze invloedssfeer, denderen de existentiële twijfels van dit boek steeds luidruchtiger voort. Indrukwekkend leesvoer!