
Hoe Mieke Mom Haar Maffe Moeder Vindt - Guus Kuijer (1978)
mijn stem
3,75
(10)
10 stemmen
Nederlands
Jeugdboek
Avontuur / Psychologisch
95 pagina's
Eerste druk: Querido,
Amsterdam (Nederland)
Mieke Mom is een Moeilijk Opvoedbaar Meisje, vinden de volwassenen in haar omgeving. Naar wat Mieke van die volwassenen vindt wordt nooit gevraagd. Maar Mieke Mom lijdt er wel onder, onder die volwassenen en wat ze doen: lieve dieren mishandelen en opeten, met hun auto's over mensen heen rijden, gastarbeiders als beesten behandelen en meer van die leuke dingen.
zoeken in:

0
Ted Kerkjes
geplaatst: 11 augustus 2016, 20:28 uur
Hoe Mieke Mom haar maffe moeder vindt is een apart boek. Over het hele boek hangt een soort naargeestige sfeer. Dat is niet vreemd, gezien het feit dat er veel vreemde dingen gebeuren. Mieke is de enige in het boek die "normaal" is. Het denken en doen van volwassenen wordt aldoor bespot en zó neergezet dat het volslagen absurd wordt. Dit levert wel eens buitengewoon akelige situaties op. (Neem nou de passage over de auto die op dode kinderen rijdt en ook nog eens over dode kinderen rijdt.)
Toen dit boek uitkwam, deed het wel wat stof opwaaien en dat is begrijpelijk.
Ik vind het boek vermakelijk. Het bespottelijke gedrag van de grote mensen werkt zeker op de lachspieren en er worden regelmatig rake typeringen neergezet in het boek.
Toen dit boek uitkwam, deed het wel wat stof opwaaien en dat is begrijpelijk.
Ik vind het boek vermakelijk. Het bespottelijke gedrag van de grote mensen werkt zeker op de lachspieren en er worden regelmatig rake typeringen neergezet in het boek.
1
geplaatst: 11 augustus 2016, 20:34 uur
Dat stuk tussen de spoilertags...wooow! Al eens eerder tegen je gezegd (geloof ik), maar die Guus Kuijer schreef echt in een andere tijd. Kan ik mij als kind van de jaren negentig weinig bij voorstellen.
Edit: Dat zeg ik wel, maar mijn achtjarige broertje reed virtuele mensen dood in Grand Theft Auto: Vice City. -_-
Edit: Dat zeg ik wel, maar mijn achtjarige broertje reed virtuele mensen dood in Grand Theft Auto: Vice City. -_-

2
Ted Kerkjes
geplaatst: 12 augustus 2016, 10:49 uur
Haha, inderdaad. (De bloeddorstige badmeester van Dorrestijn had ook een grote indruk op je gemaakt.
)
De meeste boeken die Kuijer schreef hebben wel een compleet andere sfeer, hoor. Dit boek draagt een zeldzame bitterheid. De sfeer in dit boek is ontzettend surrealistisch. Voor dit boek was Kuijer vooral bekend van zijn boeken over Madelief, die wat subtieler anarchisme bevatten. Op de achterzijde van dit boek staat dan ook expliciet: "Let op: dit is géén Madeliefboek!"
De jaren zeventig (vooral naar het einde toe), de jaren tachtig en de jaren negentig (vooral het begin) worden gezien als de hoogtijdagen van de jeugdliteratuur. Bregje Boonstra heeft een soort Grote Acht van de jeugdliteratuur van die jaren gemaakt, en die Grote Acht bestond uit Paul Biegel, Guus Kuijer, Imme Dros, Joke van Leeuwen, Toon Tellegen, Peter van Gestel, Els Pelgrom en Wim Hofman.
Deze schrijvers werden (of worden) gekenmerkt door zeer onconventioneel schrijven.
De meeste kinderboeken zijn natuurlijk gewoon slecht. Dat was toen ook al zo: het merendeel van de boeken voor kinderen was toen ook al bagger. De meeste schrijvers schreven 'op hun knieën', ze spraken de kinderen van boven aan. De meeste boeken waren ook nog zeer moralistisch. In de jaren vijftig bracht Annie M.G. Schmidt hier al enigszins verandering in met haar gedichten, maar toen stond zij nog vrij alleen. In de jaren zeventig kwamen er pas echt een paar schrijvers die goede boeken voor de jeugd schreven. In de jaren zeventig kwamen er ook steeds meer kinderprogramma's die de kinderen serieus namen, zoals Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer?, Ja zuster nee zuster en natuurlijk De Stratemakeropzeeshow. (Het laatste programma was anarchisme ten top.) Ofschoon er wel steeds meer schrijvers zijn die goede boeken voor kinderen durven te schrijven, blijft het overgrote merendeel flauwe boekjes maken. Slechts enkele schrijvers vormen (en vormden) een uitzondering. De meeste schrijvers voor kinderen zijn publieksschrijvers; ze schrijven niet wat ze zelf mooi vinden, maar ze schrijven wat ze denken dat kinderen mooi zullen vinden. Maar het kleine groepje auteurs neemt de doelgroep serieus en levert werken af die kwalitatief fantastisch zijn. Eigenlijk is de scheiding tussen jeugdliteratuur en literatuur voor volwassenen onzin. Er zijn alleen maar goede en slechte boeken. Steeds vaker wordt die scheiding dan ook terecht doorbroken. Neem nou de dierenverhalen van Toon Tellegen die herdrukt wordt in een "volwassen-editie". Een ander voorbeeld is het nieuwe genre Young Adult.
Andere schrijvers, naast de Grote Acht, die eigenwijs durven te blijven zijn schrijvers als Ted van Lieshout en Edward van de Vendel.
In de hoogtijdagen van de jeugdliteratuur zijn er meer kinderboeken die tegenwoordig niet meer gemaakt worden, of in ieder geval niet zo snel uitgegeven worden.
Ik ben trouwens ook een kind van de jaren negentig. Ik zit nou mijn jeugd in te halen.

De meeste boeken die Kuijer schreef hebben wel een compleet andere sfeer, hoor. Dit boek draagt een zeldzame bitterheid. De sfeer in dit boek is ontzettend surrealistisch. Voor dit boek was Kuijer vooral bekend van zijn boeken over Madelief, die wat subtieler anarchisme bevatten. Op de achterzijde van dit boek staat dan ook expliciet: "Let op: dit is géén Madeliefboek!"
De jaren zeventig (vooral naar het einde toe), de jaren tachtig en de jaren negentig (vooral het begin) worden gezien als de hoogtijdagen van de jeugdliteratuur. Bregje Boonstra heeft een soort Grote Acht van de jeugdliteratuur van die jaren gemaakt, en die Grote Acht bestond uit Paul Biegel, Guus Kuijer, Imme Dros, Joke van Leeuwen, Toon Tellegen, Peter van Gestel, Els Pelgrom en Wim Hofman.
Deze schrijvers werden (of worden) gekenmerkt door zeer onconventioneel schrijven.
De meeste kinderboeken zijn natuurlijk gewoon slecht. Dat was toen ook al zo: het merendeel van de boeken voor kinderen was toen ook al bagger. De meeste schrijvers schreven 'op hun knieën', ze spraken de kinderen van boven aan. De meeste boeken waren ook nog zeer moralistisch. In de jaren vijftig bracht Annie M.G. Schmidt hier al enigszins verandering in met haar gedichten, maar toen stond zij nog vrij alleen. In de jaren zeventig kwamen er pas echt een paar schrijvers die goede boeken voor de jeugd schreven. In de jaren zeventig kwamen er ook steeds meer kinderprogramma's die de kinderen serieus namen, zoals Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer?, Ja zuster nee zuster en natuurlijk De Stratemakeropzeeshow. (Het laatste programma was anarchisme ten top.) Ofschoon er wel steeds meer schrijvers zijn die goede boeken voor kinderen durven te schrijven, blijft het overgrote merendeel flauwe boekjes maken. Slechts enkele schrijvers vormen (en vormden) een uitzondering. De meeste schrijvers voor kinderen zijn publieksschrijvers; ze schrijven niet wat ze zelf mooi vinden, maar ze schrijven wat ze denken dat kinderen mooi zullen vinden. Maar het kleine groepje auteurs neemt de doelgroep serieus en levert werken af die kwalitatief fantastisch zijn. Eigenlijk is de scheiding tussen jeugdliteratuur en literatuur voor volwassenen onzin. Er zijn alleen maar goede en slechte boeken. Steeds vaker wordt die scheiding dan ook terecht doorbroken. Neem nou de dierenverhalen van Toon Tellegen die herdrukt wordt in een "volwassen-editie". Een ander voorbeeld is het nieuwe genre Young Adult.
Andere schrijvers, naast de Grote Acht, die eigenwijs durven te blijven zijn schrijvers als Ted van Lieshout en Edward van de Vendel.
In de hoogtijdagen van de jeugdliteratuur zijn er meer kinderboeken die tegenwoordig niet meer gemaakt worden, of in ieder geval niet zo snel uitgegeven worden.

Ik ben trouwens ook een kind van de jaren negentig. Ik zit nou mijn jeugd in te halen.

0
geplaatst: 12 augustus 2016, 19:34 uur
Dat kinderboeken zo interessant kunnen zijn. Misschien lees ik die twee werken nog wel eens. Ergens heb ik een zwak voor kinderboeken die (per ongeluk?) het lezend grut jeugdtrauma's bezorgen.

0
Ted Kerkjes
geplaatst: 12 augustus 2016, 20:35 uur
Donkerwoud schreef:
Dat kinderboeken zo interessant kunnen zijn.
Waarom zouden kinderboeken minder interessant zijn dan boeken voor volwassenen? Dat kinderboeken zo interessant kunnen zijn.


Misschien lees ik die twee werken nog wel eens. Ergens heb ik een zwak voor kinderboeken die (per ongeluk?) het lezend grut jeugdtrauma's bezorgen.
Leuk! Dit boek is niet representatief voor het overige werk van Guus Kuijer, maar wel erg leuk om te lezen. De bloeddorstige badmeester is wel vrij representatief voor het werk van Dorrestijn. En over dat "per ongeluk?": op de achterzijde van De bloeddorstige badmeester schrijft Dorrestijn dat hij zin had om "de kinderen eens flink de stuipen op het lijf te jagen". En ook Kuijer waarschuwt op de achterzijde van dit boek: "Let op: dit is géén Madeliefboek!". Dus het is zeker niet per ongeluk.

In ieder geval: heel veel leesplezier als het er van komt!
1
geplaatst: 13 augustus 2016, 03:03 uur
Ted Kerkjes schreef:
De meeste mensen kijken enigszins neer op kinderboeken neer, of zien ze als minderwaardig. Ik blijf het maar raar vinden. (Dit is trouwens geen aanval, hoor.
)
(quote)
Waarom zouden kinderboeken minder interessant zijn dan boeken voor volwassenen? 

In bepaalde opzichten is die houding naar jeugdliteratuur veranderd. Zo weet ik dat de Universiteit Leiden vanuit verschillende disciplines vakken aanbiedt om naar dat deel van de literatuur te kijken. Ik meen dat er zelfs een heel specifieke master is waarin ontwikkelingspsychologie en literatuurtheorie worden gecombineerd.
0
geplaatst: 13 augustus 2016, 03:06 uur
Met dat 'per ongeluk?' bedoel ik meer werken waar de auteurs zich zo hebben laten gaan met vreemde ideeën en kindonvriendelijke toestanden, dat je je af kunt vragen of het nog wel geschreven is voor die doelgroep. Dat kan expres zijn, maar dat hoeft natuurlijk niet.

2
Ted Kerkjes
geplaatst: 13 augustus 2016, 10:39 uur
Donkerwoud schreef:
Met dat 'per ongeluk?' bedoel ik meer werken waar de auteurs zich zo hebben laten gaan met vreemde ideeën en kindonvriendelijke toestanden, dat je je af kunt vragen of het nog wel geschreven is voor die doelgroep. Dat kan expres zijn, maar dat hoeft natuurlijk niet.
Ik denk dat je als schrijver nooit moet schrijven voor de doelgroep. Daar krijg je akelige boeken van. (Zoals veel boeken van Francine Oomen, Carry Slee en Jacques Vriens.) Als schrijver moet je altijd schrijven wat je zelf goed vindt. Schrijvers voor kinderen zijn op één of andere manier altijd publieksschrijvers. Men zegt: "De kinderen moeten het leuk vinden!", terwijl je dat nooit tegen (ik noem maar even willekeurig iemand) A.F.Th. van der Heijden zal zeggen: "Mijnheer Van der Heijden, de volwassenen moeten het wel leuk vinden, hè?"Met dat 'per ongeluk?' bedoel ik meer werken waar de auteurs zich zo hebben laten gaan met vreemde ideeën en kindonvriendelijke toestanden, dat je je af kunt vragen of het nog wel geschreven is voor die doelgroep. Dat kan expres zijn, maar dat hoeft natuurlijk niet.
Een goede schrijver blijft bij zichzelf en schrijft wat hij zelf mooi vindt.
Echter kan het nog steeds dat het uiteindelijke werk "per ongeluk" er anders uitkomt dan bedoeld.


Even een mijmering:
Ik denk trouwens dat veel (goede) schrijvers van kinderboeken zowel de kinderen als de ouders als doelgroep zien. Zo zei Ted van Lieshout ooit dat hij de teksten voor kinderen ook schrijft voor de volwassenen die het moeten voorlezen. (Het is trouwens ook leuker voor het kind als de volwassenen het ook leuk vinden.)
Als een kinderboekenschrijver dingen schrijft die hij, als volwassenen, ook kan waarderen, wordt zijn werk eerder ook door andere volwassenen gewaardeerd. Als een kinderboekenschrijver op zijn knieën gaat zitten en gaat schrijven wat hij denkt "dat kinderen leuk vinden", vindt hij het uiteindelijke werk zèlf niet goed, want hij schrijft niet voor zichzelf en dan vinden de mamma's en de pappa's het ook niet goed, want het is geschreven voor kinderen.
Toon Tellegen zegt dan ook dat hij niet weet wat kinderen goed vinden. Hij schrijft gewoon, en zijn uitgever bepaalt voor wie het is. (In het geval van de dierenverhalen heeft de uitgever bepaald dat het voor zowel kinderen als volwassenen is.)
Goede boeken, kinderboeken of niet, zijn voor iedereen goed. Goede kinderboeken zijn voor volwassenen net zo goed als voor kinderboeken. Andersom is het natuurlijk wat moeilijker, puur om praktische redenen, zoals gebrek aan levenservaring, kennis of woordenschat. Maar goed... Ik dwaal af.

1
Ted Kerkjes
geplaatst: 13 augustus 2016, 10:46 uur
Donkerwoud schreef:
In bepaalde opzichten is die houding naar jeugdliteratuur veranderd. Zo weet ik dat de Universiteit Leiden vanuit verschillende disciplines vakken aanbiedt om naar dat deel van de literatuur te kijken. Ik meen dat er zelfs een heel specifieke master is waarin ontwikkelingspsychologie en literatuurtheorie worden gecombineerd.
Daar heb je inderdaad gelijk in. Op verschillende universiteiten is er aandacht voor. In bepaalde opzichten is die houding naar jeugdliteratuur veranderd. Zo weet ik dat de Universiteit Leiden vanuit verschillende disciplines vakken aanbiedt om naar dat deel van de literatuur te kijken. Ik meen dat er zelfs een heel specifieke master is waarin ontwikkelingspsychologie en literatuurtheorie worden gecombineerd.
Bij het grote publiek blijft de jeugdliteratuur echter onbelicht. Enkel een handjevol auteurs als Paul van Loon en dergelijke krijgen een podium. Of een bekende Nederlander die denkt: "Goh, laat ik eens een kinderboekje schrijven! Dat lijkt me zo leuk!" Jochem Meyer is hier een recent voorbeeld van. Maar de prijswinnaar van de Woutertje Pieterse Prijs heb ik in mijn krant niet gevonden en het journaal heb ik er ook niet over gehoord.

0
Ted Kerkjes
geplaatst: 27 november 2016, 20:01 uur
Hier is een leuk interviewtje met de auteur, naar aanleiding van het verschijnen van dit boek: Cobra.be video: Interview met Guus Kuijer (1978) - cobra.canvas.be .
1
geplaatst: 8 januari 2022, 13:16 uur
Ik kom uit 1985 (uit hetzelfde jaar als Donkerwoud dus) en toen ik van school en m’n ouders moest gaan lezen vond ik lezen stom. Dit boek was het eerste volledige boek dat ik uit heb gelezen en nog leuk vond ook. Ik had geen idee waar het over ging, realiseer ik mij nu. Van Madelief had ik nooit gehoord (dus de waarschuwing achterop het boek vond ik maar vreemd, maar ach het hele boek was vreemd). Later bleek ik Madelief trouwens ook niets aan te vinden. Maar de absurditeit van “Mieke Mom” en de korte raamvertellingen in het verhaal, maakte denk ik dat het me wel aansprak.
Overigens werd ik op latere leeftijd groot fan van Carry Slee boeken. Ik begrijp waarom Ted Kerkjes spreekt van “op de knieën gaan zitten”, als het om Slee haar werk gaat. Maar anderzijds moet ik zeggen dat ik het vandaag de dag (op m’n 36ste) nog steeds leuk vind haar boeken te lezen. Niet in de maten dat ik bijvoorbeeld Harry Potter boeken keer op keer blijf lezen. Maar een nieuw uitgekomen Slee maakt me wel altijd nog nieuwsgierig.
Overigens werd ik op latere leeftijd groot fan van Carry Slee boeken. Ik begrijp waarom Ted Kerkjes spreekt van “op de knieën gaan zitten”, als het om Slee haar werk gaat. Maar anderzijds moet ik zeggen dat ik het vandaag de dag (op m’n 36ste) nog steeds leuk vind haar boeken te lezen. Niet in de maten dat ik bijvoorbeeld Harry Potter boeken keer op keer blijf lezen. Maar een nieuw uitgekomen Slee maakt me wel altijd nog nieuwsgierig.
* denotes required fields.
* denotes required fields.