Boris Godoenov - Alexander Poesjkin (1831)
Alternatieve titel: Борис Годунов
Russisch
Toneelstuk
Historisch
142 pagina's
Eerste druk: Ministerie van Onderwijs,
Sint-Petersburg (Rusland)
Het volk hangt rond voor de poorten van het klooster waarin Boris Godoenov zich terugtrok om niet te worden verdacht van de moord op de jonge troonopvolger Dimitri. Boris’ agenten stoken het volk op hem te vragen hun nieuwe tsaar te worden. Boris wordt tot tsaar gekroond, maar schuldgevoelens en vrees voor de toekomst kwellen hem. Hij smeekt God om diens zegen over land en volk, en belooft hen een groot kroningsfeest. Jaren later schrijft de monnik Pimen een kroniek over de Russische geschiedenis. Zijn verhaal over de moord op Dimitri wekt de eerzucht van de jonge monnik Grigori. Deze zweert wraak, verlaat het klooster en geeft zich uit voor Dimitri. Boris troost zijn dochter met het verlies van haar aanstaande man. De Bojaar Sjoeiski speelt handig in op Boris’ nog altijd gekwelde geweten en drijft hem bijna tot waanzin. Het wantrouwige volk schaart zich achter de valse troonpretendent Dimitri. De heilige dwaas Joerodivy, beroofd van een geldstuk, dringt er bij Boris op aan de dieven te doden zoals hij destijds de troonopvolger Dimitri vermoordde. Boris vraagt hem voor zijn zieleheil te bidden. Sjoeiski probeert de verzamelde Bojaren hun zojuist uitgeroepen verordening tegen de valse Dimitri te doen intrekken. Door Pimen herinnerd aan de moord op de echte Dimitri vervalt Boris in waanzin, vertrouwt zijn eigen zoon Feodor aan de zorg van de Bojaren toe, en sterft.