Wat 'Vogel' een boek maakt dat helemaal in mijn straatje past, is de kwetsbaarheid en weemoedigheid dat het boek oproept. Dit ook in combinatie met het mooie symbolisme en de pijnlijke realiteit, die zich samenvloeien tot één hartverscheurend verhaal. Vogel doet me denken aan de Japanse film 'Nobody Knows', aangezien die film ook een stijlelement van onderkoeld realisme gebruikt voor iets schrijnends als jeugdig leed.
Schrijfster Oh Jung-hee doet wat veel Aziaten geweldig doen (naar mijn ervaring) met tragische verhaallijnen in games, films en meer: het creëren van een sublieme poëtische sfeer, die ik zou beschreven als een soort pijnlijk magisch-realisme, waarin verlies, eenzaamheid, isolatie en gebrek aan medeleven vanuit de buitenwereld onoverkomelijke obstakels zijn voor het bereiken van erkenning en geluk.
Dit lijden wordt echter niet neergezet als een romantische of opzichtige psychologische krachttoer, maar wordt ingetogen gebracht, alsof de levens van U-mi en U-il zo klein zijn als de vogeltjes in dit geweldige boek.
Een klein boek is Vogel, nauwelijks een roman eigenlijk, maar het zijn meestal de kleinste verhalen (bijvoorbeeld 'Of Mice and Men') die het hardst binnenkomen.