Het woord ‘mythe’ doet denken aan een ‘verzonnen verhaal’, iets wat door helder en logisch denken ontkracht moet worden. Een rest uit een duister verleden waarin we nog in sprookjes geloofden.
Toch heeft mythe precies de betekenis van 'geloofsverhaal'. Het gaat daarin niet om de meetbare feiten. Er wordt niets geconstateerd, maar meegemaakt.
Arne Jonges houdt in dit essay een vurig pleidooi voor een geloof dat inspiratie vindt in de mythe. Daarmee komt hij frontaal in botsing met twee partijen: de orthodoxie van ‘waar gebeurd’ en het liberale idee dat we de mythe voorbij zijn en van een ‘historische Jezus’ moet uitgaan. Fel haalt de auteur uit naar beide kanten, maar het meest naar de rationalisten die de bijbel laten buikspreken, alsof er iets met zekerheid gezegd kan worden over wie Jezus precies was en hoe hij leefde.
Daarin volgt hij voor een groot deel de lijn van zijn grootvader dr. G.A. van den Bergh-Eysinga, die niet geloofde dat de historische Jezus iets toevoegde aan het geloof.
Geloof moet gericht zijn op de toekomst en niet op het verleden.
Arne Jonges is bekend in de Vrijzinnig Protestantse kring. Van de theologische wetenschap die geloof en echte wetenschap vermengt, heeft hij geen hoge pet op. Toch kun je zeker wel zeggen dat de auteur als gelovige spreekt in zijn kleine boek, meer een pamflet.
Het heeft me van m’n stuk gebracht en aan het denken gezet nadat ik de afgelopen twee jaar me verdiepte in de vele onderzoeken naar ‘de historische Jezus’. Ook de bijbelwetenschappers en nieuwtestamentici, weten eigenlijk vrijwel niets met zekerheid. Het zijn speculaties die met geloof zelf weinig te maken hebben. Een toontje lager past de theologen.
'Wie de verhalen reduceert tot ‘berichten’ over een onschuldig gekruisigde, charismatische, goede rabbi die een prediker was van het komende Godsrijk, doet onrecht aan de geschriften zelf en aan het geloof dat daaruit spreekt. Er zijn immers erg veel goede, onschuldige mensen op brute wijze vermoord, op de mestvaalt van de geschiedenis beland en vervolgens in vergetelheid geraakt.'
...
' Wie naar een ‘historische Jezus’ als een mens tussen de mensen zoekt, naar een man van vlees en bloed, heeft de wereld van de mythe en het godsdienstig geloof verlaten en construeert feitelijk niets anders dan een romanfiguur.' (41)
'Wie het mythische karakter van deze geschriften niet onderkent en erkent, blijft steken in een merkwaardige mengelmoes van negentiende-eeuws liberalisme en twintigste-eeuwse halfwassen orthodoxie. Angst voor de mythe beneemt menig theoloog het zicht op het karakter van de teksten die hij voor zich heeft en dat reduceert zijn hermeneutische taak tot vroom gebeuzel.' (64)
Een krachtig geformuleerd boekje met veel inhoud, waarmee de schrijver ongetwijfeld op vele zere tenen heeft gestaan.
Voor wie ook met de grootvader wil kennismaken, verwijs ik naar zijn boek, te vinden op:
DE OUDSTE CHRISTELIJKE GESCHRIFTEN : G. A. van den Bergh van Eysinga :Internet Archive