Taalvuurwerk zonder weerga, zoals alleen Tom Lanoye dat te boek kan stellen! De virtuositeit spat van de pagina’s, ja, als meester van de rijm bezwangert de auteur het scrabreuze Nederlands van de beroemdste vos der Lage Landen met Engels slang en hier en daar een flard Duits of Frans. Het straattaaltje is vunzig en vulgair, maar dan in de meest verheven verzen genoteerd. Het huwelijk tussen slam poetry en obscene smeerpijperij vraagt elegant dichtwerk ten dans, in soepele poëzie die refereert naar alles en iedereen, van Homeros tot Bart De Wever, van Shakespeare (alias “the Shake”) tot het potjeslatijn van de clerus.
Excellent? Zeer zeker. En toch, sinds ‘Ten oorlog’ (1997) is het geen geheim dat Lanoye deze broeierige bedevaart van sier naar schunnig en weer terug tot een uitmuntend einde kan brengen. Het is klagen van weelde, maar toch: ‘ReinAard’ brengt niets nieuws onder de zon. Ook al niet inhoudelijk. Terecht stipt Lanoye aan dat het episch dierdicht ‘Van den vos Reynaerde’ al te vaak als aardige folklore is weggezet. Daarom hertaalt de schrijver het anarchistische werk dat in de Middeleeuwen alleen maar door een radicale waaghals geschreven kan zijn naar een even onthutsend en ontwrichtend Nederlands, waarin hij de vos een sadistische en inslechte psychologie aanmeet. De vraag wie de antihelden van vandaag zijn, de Robin Hoods die tegen de maatschappelijke mores in noodgedwongen keet schoppen, stelt Lanoye dan weer niet. Een gemiste kans, om in de vos meer te zien dan een incarnatie van de opperschurk?
Misschien is er een lichtpunt: het slot, waarin de schrijver naadloos het huidige politieke klimaat fileert. Fake news, wat krom is doodgewoon recht praten via flagrante leugens, en de tijd zijn werk laten doen. In Trumptijd (of de Poetinperiode) bijzonder scherp gezien. Doch verder vooral veel en nog meer van hetzelfde. Om duimen en vingers van af te likken, dat wel. Edoch, Lanoye’s oeuvre is rijker, en deze titel is er geen om keer op keer te herlezen...
3,5*