Vorig jaar zag ik de toneelbewerking van Mefisto door het NNT, wat mijn nieuwsgierigheid naar het boek, die reeds aanwezig was, verder aanwakkerde.
Bij de lezing van Klaus Manns hoofdwerk valt direct op hoe toneelmatig het boek is. De auteur merkt zelf op dat elk personage een type voorstelt, geen portret, en zo is het precies. Mefisto handelt vooral over het type van de opportunist, die zijn geweten ondergeschikt maakt aan zijn ambities.
De eerste helft van het boek is eerlijk gezegd niet al te bijzonder, maar vormt de aanloop naar een tweede deel waarin Mann naar een hogere versnelling schakelt. De opbouw van de roman houdt zodoende gelijke tred met de historische gebeurtenissen die er de achtergrond van vormen. Vanaf deel VI is Mefisto meteen zo scherp geschreven, met zoveel inzicht en zoveel betrokkenheid, dat het meteen de reden is dat dit boek nog steeds gelezen wordt en moet worden. Vooral de haast Multatuliaanse interrupties waarmee de verteller zijn personages min of meer uit de verhandeling haalt zijn vaak prachtig, met als hoogtepunt de beschrijving van de dood van Hans Miklas. Alleen de passage waarin wordt verhaald hoe Otto Ulrichs aan zijn eind komt is nog ontroerender.
Mann schuwt de contrasten absoluut niet, en het is volstrekt duidelijk wie goed zijn en wie slecht (vergelijkbaar met het werk van Heinrich Boll). Binnen de context, nog jaren voor de tweede wereldoorlog zou uitbreken, is dat echter geen zwakte maar juist een van de sterkste punten van de roman. De waarschuwing die ervan uitgaat is niet eens zozeer gericht op het gevaar van het naziregime zelf, van wie de leiders naamloos blijven en slechts worden aangeduid met termen als 'De Dikke' en 'De Manke', nee de roman doet vooral een appél op de meelopers, degenen die hun geweten bezoedelen, niet de duivel zelf zijn maar er wel hun ziel aan verkopen. Daarmee is Mefisto een baken van morele kracht in een tijd waarin vele kunstenaars en schrijvers zwegen.
Het stemt dan ook enigszins moedeloos dat het boek in de vrije jaren '60 nota bene verboden werd, en pas in '81 werd heruitgegeven. (Het nawoord van Gerrit Bussink in de uitgave die ik las geeft gedetailleerde en interessante informatie hierover, en leidt tot een verdere waardering van het boek.) Onbegrijpelijk, en op wrange wijze de illustratie van wat in Mefisto zelf beschreven wordt, namelijk dat types als Heindrich Hofgen bijna altijd zegevieren.
Ik wil afsluiten met een citaat van het personage Sebastian, dat me opviel als zeer treffend voor de roman. Uit het nawoord begreep ik dat deze figuur inderdaad naar Klaus Mann zelf gemodelleerd is, zoals hij ook zijn vader Thomas Mann opvoert als de geheimraad. Dit stuk kenschetst denk ik zowel de auteur als zijn boek perfect:
'De strijd heeft andere wetten dan het hoge spel van de kunst,' zei hij. 'De wet van de strijd eist van ons dat we afstand doen van duizend nuances en ons helemaal op één zaak concentreren. Het is nu mijn taak niet onderscheid aan te brengen of schoonheid vorm te geven, maar invloed uit te oefenen zover dat in mijn vermogen ligt. Het is een offer, dat ik breng - het zwaarste.'