Dit eerste boek van de Amerikaanse schrijfster Barbara Wertheim Tuchman ontbrak nog aan de lijst en kon ik toevoegen omdat ik onlangs een prachtige Nederlandse vertaling in handen kreeg. En ik kan wel zeggen dat ik daar erg blij mee ben.
Het oorspronkelijke boek verscheen al in 1956 en de vertaling bij Elsevier in 1983. Ik moet zeggen: een prachtig werk dat behalve boeiend geschreven opmerkelijk actueel is.
Tuchman groeide op in een joodse familie, werkte voor de oorlog in Tokio voor het Institute of Pacific Relations en tijdens de tweede wereldoorlog voor het Office of War Information in Washington D.C. en deed, als jonge moeder, ongeveer tien jaar onderzoek voor dit eerste grote werk: Bible and Sword.
Engeland en Palestina, wat hebben die met elkaar te maken? Zo ongeveer alles! Al vanaf de Romeinse tijd zijn er legenden in omloop over de connectie tussen stammen uit het midden-oosten en Brittannië. Al heel vroeg kwamen christelijke predikers op het eiland en hielden stand, o.a. in Glastonbury, Bath en op het eiland Iona. Er zijn talloze verhalen over Keltisch-joodse contacten, en de mythe van de Heilige Graal is daar een prachtig voorbeeld van.
Fabels, mythen en volksverhalen waren in die oude tijd de tradities die van hoger waarde werden geacht dan de naakte feiten. Wat er van 'waar' is weten we niet. De verhalen zijn echter wel sterk. En al vroeg was er kennis van de Hebreeuwse bijbel op de Britse eilanden.
Al snel ontdekken we ook de vervreemding die vanaf de middeleeuwen ontstond. Wat er geloofd werd over de joden en hun bijbel stond los van hun begrip van het joodse leven. De beste joden waren de helden en de strijders.
"De middeleeuwse mens was op de een of andere manier in staat de joodse tijdgenoten volledig van de oude Hebreeën te scheiden. Judas de Makkabeeër was het prototype van de soldaat-vaderlander met wie Richard Leeuwenhart en Robert Bryce door hun bewonderaars werden vergeleken. En het waren ook de grote leiders en koningen onder de Hebreeën, en niet de profeten, die de geharnaste mentaliteit van het tijdperk van de 'ridderlijkheid' het meeste aanspraken. Bij de 'negen achtenswaardigen' uit de geschiedenis, 'drie heidenen, drie joden en drie christenen' die vaak boven kerkdeuren zijn afgebeeld op op tapijten zijn geborduurd, werden de joden vertegenwoordigd door Jozua (niet Mozes), David en Judas de Makkabeeër."
Tuchman leidt ons knap door eeuwen van de Britse (machts)politiek, de gruwelijke slachtingen en nederlagen in het Heilige Land tijdens de kruistochten , verder door de eeuwen van Cromwell en de puriteinen, de Victorianen, Lord Shaftsbury, Disraeli, Herzl, Chamberlain en tenslotte het mandaat over Palestina en de kwestie van de Balfour-verklaring.
Teveel om hier in kort bestek dieper op in te gaan. Maar het boek doet dat wel en geeft haarscherp de geschiedenis weer van de verhouding van de Britse protector van Palestina tot de joodse zaak, die in feite vanaf het begin een valse start kreeg toebedeeld en waarvan we - dat vul ik dan nu zelf even in - nog steeds de wrange vruchten plukken. Het was niet goed geregeld en het zwakke Britse bestuur is daar voor een belangrijk deel debet aan geweest.
Het boek besluit met de wijze woorden, in 1956 neergeschreven, acht jaar na de oprichting van de staat Israël:
"Bestaat Israël tegenwoordig vanwege of ondanks de Britten? Engeland had net als in de Amerkaanse kolonieën de fundamenten van een staat gelegd en verzette zich vervolgens tegen de logische gevolgen van dat waaraan het begonnen was, tot de oorspronkelijke band uitliep op verbittering en ruzie. Het antwoord wordt niet door het een of ander gevormd, maar door een deel van beide - dat is een van die onbevredigende waarheden waarmee de geschiedenis de mensen die haar verklaren zo vaak verslaat."
Zonder twijfel een volle score voor dit boek.