Op een avond in september 2023 deed Conner Rousseau, voorzitter van de Vlaamse socialistische partij Vooruit, in een dronken bui een aantal niet mis te verstane uitspraken over de Roma in zijn stad. Niet zomaar een uitschuiver, nee: hij zegt tegen aanwezige agenten dat ze hun
matrak moeten gebruiken als enige manier om respect af te dwingen van dat "bruin gespuis." De media staan in rep en roer, Vlaanderens politieke godenkind en ideale schoonzoon tuimelt van zijn voetstuk en verdwijnt met het schaamrood op de wangen.
We zijn een jaar verder en Rousseau is inmiddels herkozen als Vlaams Parlementslid én als voorzitter van zijn partij, vertoeft weer prominent op het politieke hoofdtoneel en doet alsof er nooit iets gebeurd is. Als je het mij vraagt, was dat niet het geval geweest als hij diezelfde uitspraken over een andere gemeenschap gedaan had. Dan was zijn carrière voorgoed voorbij geweest. Maar blijkbaar geeft de Vlaming niet om de Roma, of toch niet voldoende om hier een breekpunt van te maken.
Wie weet er tenslotte iets over de Roma? Wie ként hen echt? Ik heb aan twee leerlingen van Roma-afkomst lesgegeven, maar ik durf niet te beweren dat ik genoeg weet over hun gemeenschap, hun cultuur, hun tradities, hun leven. Margot Vanderstraeten schoof dan maar alles wat er op haar schrijftafel lag aan de kant om dit boek te schrijven, dat ze met een steek opdraagt aan Rousseau. Negenennegentig korte en lange getuigenissen schotelt ze haar lezer voor. Het is dus niet de auteur die aan het woord komt, maar de Roma zelf.
Daar schuilt de sterkte en tegelijk de zwakte van dit boek in. De getuigenissen worden rauw op je losgelaten: natuurlijk beseft Vanderstraeten dat zij de vragen stelt vanuit haar niet-Roma-blik, maar wat we lezen zijn de woorden die haar verteld werden. Alleen kunstenaar Durmish Kjazim en activist Biser Alekov worden met naam genoemd, de rest blijft anoniem of krijgt een schuilnaam. Ze praten over alles tegelijk, er is geen thematische indeling. Iedere getuigenis opent de deur naar deze nabije en toch zo onbekende en onbeminde wereld op een kier en sluit ze weer.
We krijgen dus inkijkjes in hete hangijzers, zoals de slechte reputatie van Roma en de hardnekkige clichés dat ze rondtrekkende nomaden zijn en dat ze hun kinderen niet naar school laten gaan. We komen veel te weten, maar tegelijk blijven we ook met zoveel vragen achter. Wie zijn de Roma-families die al eeuwen in België vertoeven en wie zijn de recentere immigranten uit Oost-Europa? Hebben er Belgische Roma de Holocaust (of beter: Porajmos) overleefd? Waarom zijn er geen prominente Roma-stemmen in het publieke debat? Vanderstraeten heeft met dit boek geen wetenschappelijke studie willen maken, dus wie antwoorden daarop wil, moet verder lezen - in
dit uitstekende artikel, bijvoorbeeld, of op nog zoveel andere plaatsen.
Na het lezen van
Wij, Roma heb je wel het gevoel iets te weten over de Roma en begrijp je iets meer hun cultuur en levenswijze, en vooral: hoe divers hun cultuur en levenswijze is. Ik hoop dat dit het begin is van meer, en ik hoop dat Vlaanderens knuffelracist Koning Conner de Eerste dit boek ook leest, met het schaamrood op de wangen.