Prima thriller die zich afspeelt in het Vlaanderen van eind jaren negentig. Dat laatste is heel voelbaar via de maatschappelijke en politieke context die Geeraerts meesterlijk weet te verweven in de mekaar kruisende verhaallijnen. Zo valt verschillende keren de term ‘nieuwe politieke cultuur’ wat gehypet werd eind jaren negentig (om vervolgens weer een stille dood te sterven), worden zijdelings politieke partijen vernoemd die intussen al lang van naam veranderd zijn, word je met je neus in een zaak als Opus Dei geduwd. De politiehervormingen, de Witte Mars, de ontsnapping van volksvijand nr. 1 Marc Dutroux … het komt hier allemaal langs. En dan is er nog de technologie. Geeraerts stond er voor bekend dat hij grondige research deed voor zijn politieromans, waarin telkens de meest recent gebruikte professionele technologie opdook. Dat geeft zijn werk authenticiteit, en maakt het tegelijk ook makkelijk te dateren. Niet zozeer gelinkt aan het politiewerk is hier de opmars van de GSM (netjes met kapitalen geschreven) eind jaren negentig. De manier waarop het toestelletje wordt gebruikt, geeft aardig weer dat het in die tijd nog meer een dingetje was voor een bepaalde elite.
Jef Geeraerts kon schrijven, en dat blijkt ook uit deze thriller. Redelijk to the point met een mix van actie, geweld, seks, psychologisch drama, politieke conspiracy. Het soort werk dat schreeuwt om een verfilming. Net zoals eerder gelezen werk van Geeraerts heeft ook deze roman een gewelddadig en nihilistisch einde waar ik persoonlijk niet vrolijk van word. Maar dat is dan ook niet zijn bedoeling.