De eikelboorder is een kleine snuitkever. Hij lijkt zo weggelopen uit de Muppetshow. Op zijn ronde kopje staan twee bolle ogen, en daaronder vertrekt een lange snuit. Zijn mond zit helemaal onderaan op die snuit, en de voelsprieten staan halverwege. Het bolvormige kopje lijkt vastgeklikt in een opening in het borststuk, waarin het in alle richtingen kan draaien.
Hier word je toch helemaal gelukkig van?
Bijzonder boeiend en grappig boek, ook heel leuk om aan kinderen voor te lezen lijkt me zo, alhoewel... de dickpics van insecten met gekke piemels zouden in bepaalde huishoudens misschien niet zo goed vallen. Een freakshow van de meest fantastische wezentjes trekt in een vrolijke stoet aan je netvlies voorbij, waarbij ik meermaals uitriep, op zijn Vlaams:"Wattefakisdees?!"
Dan stuit je zomaar ineens op een foto van Katja Schuurman, wat die hier nou te zoeken heeft is mij een raadsel, die heeft toch geen gifklieren, voor zover ik weet?
Al net zo'n raadsel als het natuurkundige mysterie 'rookvliegjes'. Deze vliegensoort is nooit ergens anders gezien dan in een rookpluim. Niemand weet waar ze zitten, waar ze eieren leggen, niets... Tot er ergens een fikkie wordt gestookt en ze opeens vanuit het niets verschijnen en weer even snel verdwijnen zodra de rook om je hoofd is verdwenen. Het zijn de spoken onder de insecten.
Het kan soms ook best griezelig worden, sommige insecten gaan zo gruwelijk sadistisch te werk: Halloween in het hoge gras. Zoals de juweelwesp, nou wat dat dametje allemaal uitvreet, menig seriemoordenaar zou jaloers zijn op haar modus operandi. Over seriemoordenaars gesproken: forensische entomologie is inmiddels onmisbaar in moordonderzoeken, de maden van vleesvliegen vertellen ons zo nauwkeurig mogelijk op welk tijdstip een slachtoffer is overleden.
De auteurs hebben zich niet louter beperkt tot de biologische klasse van de insecten, maar bespreken ook andere diertjes die dezelfde habitat delen. Helaas komt mijn favoriet, de kruisspin, er niet in voor. Een andere favoriet gelukkig wel: het Vliegend Hert, de kastanjebruine kever met de kenmerkende vertakte kaken die doen lijken op het gewei van een hert, waar ze overigens niet mee kunnen bijten. Heb er helaas nooit een gezien, hij is ook erg zeldzaam en komt voor in de Veluwe en Zuid-Limburg (en België).
Er is ook een neushoornkever.