menu

Imperium - Ryszard Kapuściński (1993)

Alternatieve titel: Imperium: Ondergang van een Wereldrijk

mijn stem
4,28 (9)
9 stemmen

Pools
Reis / Sociaal

333 pagina's
Eerste druk: Czytelnik, Warschau (Polen)

Kapuściński heeft een specialisme: waar een politieke tijdbom tikt, daarheen reist hij af. Dus ook naar Rusland toen zich daar in 1989 een periode van grote omwentelingen aankondigde. Hij dompelde zich onder in het leven van de autochtone bevolking in de dorpjes en steden van Siberië tot Armenië en Oezbekistan. Zijn blik is die van de betrokken toeschouwer: het gaat hem vooral om de weerslag die de grote politiek op het dagelijks leven van kleine mensen heeft.

zoeken in:
4,5
Ik ben er nog in bezig op dit moment, maar het is echt een erg indrukwekkend verslag van Rusland. Kapuscinski vertelt over zijn ervaringen in 1939, 1950-60, 1990-91. Hij bezoekt Kolyma, wordt Nagorny Karabach ingesmokkeld, vertelt over een dorpje aan het uitgedroogde Aralmeer, hij probeert het Kremlin binnen te komen, vertelt over de oliewinning, over vernietiging van prachtige kathedralen, iconen, willekeur, etc. Alles met veel liefde voor de mensen, in welke republiek ook, en vol vuur, compassie, verwondering en nooit saai geschreven. Je wordt meegetrokken het land in, en deelt in Kapuscinski's ervaringen. Bij het lezen van dit boek raak je vanzelf geinteresseerd in de Sovjetunie.

avatar van Raspoetin
4,0
Imperium: Ondergang van een Wereldrijk van de Poolse schrijver-journalist Ryszard Kapuściński is een zeer lezenswaardig en in mijn optiek een beter boek over Rusland en de Sovjet-Unie dan het veelgeprezen werk Het Einde van de Rode Mens: Leven op de Puinhopen van de Sovjet-Unie (2013) van de Nobelprijswinnares Svetlana Alexijevitsj.

Imperium is het tweede boek dat ik op rij las in wat een persoonlijk leesproject is geworden, namelijk het kort achter elkaar lezen van literatuur over Rusland/ de Sovjet-Unie. Zo heb ik zojuist het tevens zeer leeswaardige en leerrijke reisboek Het Brilletje van Tsjechov: Reizen door Rusland (2014) van Michel Krielaars dichtgeslagen en ben ik nu van plan om aan De Correspondent (2014) van Pieter Waterdrinker te beginnen.

‘Stalin beval dat er een weg tussen Jakoetsk en Magadan moest worden aangelegd. Tweeduizend kilometer door de taiga en het eeuwige hal (bevroren grond). Men begon aan beide uiteinde tegelijk te werken. De zomer kwam, het ging dooien, de bevroren grond werd zacht, het water zakte omlaag en alles veranderde in drasland, de weg verdronk. Met de weg verdronken ook de gevangenen die er werkten. Stalin beval overnieuw te beginnen. Maar het liep net zo af. Dus beval hij het nog een keer. Die wegen zijn nooit bij elkaar gekomen, maar hun bouwers hebben elkaar misschien in de hemel ontmoet.’ [pag. 193-194]

Dit citaat uit het hoofdstuk ‘Springend over de plassen’ over de wreedheid van de dictator Stalin is een goed voorbeeld van de schrijfstijl van Kapuściński die mij zo bevalt en inspireert en wat bij het boek van Svetlana Alexijevitsj veel meer ontbrak. Wanneer me trouwens werd gezegd dat dit citaat uit het werk Kroniek van het Vuur van de door mij bewonderde Uruguayaanse schrijver Eduardo Galeano kwam had ik dat trouwens ook geloofd. De twee schrijvers ontlopen elkaar niet erg op de manier hoe zij op een bijna poëtische wijze sociaal onrecht en misstanden uit zowel het verleden en het deden kunnen duiden, zonder de waarheid en de naakte feiten geweld aan te doen.

Bandieten
In het vorige boek dat ik las, Het Einde van de Rode Mens, stoorde ik me eraan dat er meerdere keren door geïnterviewden die de revue passeerden werd verwezen naar het plotselinge gevaar van straatbendes en bandieten die na de val het communisme de straten van Rusland terroriseerden, maar de schrijfster verzuimde er enige uitleg of verklaring voor te geven waar deze bendes plotsklap vandaan kwamen. Dit onderwerp komt interessant genoeg ook in het boek van Kapuściński voorbij wanneer in een gesprek met een taxichauffeur terloops de ‘Kaukasische maffia’ wordt genoemd.

Kapuściński legt hierop aan de lezer uit dat de maffia verdeeld is over de etniciteiten in het Sovjetimperium. Zo is er de Russische, Kaukasische en de Aziatische maffia, die dan weer in kleinere groepen te verdelen zijn, zoals de Tsjetsjeense en Georgische, Tataarse en Oezbeekse maffia, de maffia van Tsjeljabinsk en Odessa.

‘Die obsessie van de maffia is niet zomaar uit de lucht komen vallen, het heeft zijn diepe, tragische wortels. Door de grote catastrofe rond 1920 - de wereldoorlog, de revolutie van oktober 1917, daarna burgeroorlog en de enorme hongersnood - raakten miljoen Russische kinderen hun ouders en huis kwijt. Die miljoenen wezen (toezichtlozen) dwaalden over de wegen van het land, door dorpen en steden, op zoek naar eten en een dak boven het hoofd (honger lijden en geen thuis hebben is in Rusland niettemin wat anders dan in Afrika: zonder een warme plek vries je in Rusland gewoon dood). Veel van deze toezichtlozen leefden van diefstal en roof.

Met de tijd werd een deel van hen bij de NKVD (het beruchte en wrede staatsapparaat dat verantwoordelijk was voor het opsporen van ‘vijanden’ in het binnen- en buitenland) ingelijfd, waar ze een instrument van de stalinistische repressie werden, anderen werden beroepscriminelen en zij waren in de latere kampen de rechterhand van de NKVD-bewakers en terroriseerden de politieke gevangenen.

Veel maffioso's van vandaag zijn de kleinkinderen van die dakloze en vaak naamloze toezichtlozen. Je losmaken van het verleden was niet makkelijk, vaak gewoon onmogelijk. Wie in conflict kwam met het gezag, gaf zijn conflictstatus door aan zijn zoon en kleinzoon. Dit kenmerkt de postcommunistische samenleving van de voormalige Sovjet-Unie: er zijn daar geen individuele misdadigers, geen criminele elementen maar er bestaat een complete criminele bevolkingslaag die een andere genealogie en traditie heeft dan de rest van de samenleving. Elke nieuwe crisis - de Tweede Wereldoorlog, de naoorlogse zuiveringen, de corruptie van de Brezjnevtijd, het uiteenvallen van de Sovjet-Unie - zorgde voor een aanvulling en vermeerdering van de criminele gelederen. [pag. 200-201]

Kolyma
De hoofdstukken die mij het meest in Imperium frappeerden waren ‘De tempel en paleis (nog in Moskou)’ - waar ik eerder al naar verwees bij het autobiografische werk Mijn Leven van Leon Trotski - en ‘Kolyma, mist en mist’ waarin Kapuściński naar het grote strafkamp in Kolyma reist, in de uiterste noordoostelijk uithoek van de Sovjet-Unie. De streek die is vernoemd naar de lokale rivier en enkel bestaat uit een onherbergzame ijswoestijn kon ten tijde van het strafkamp enkel per boot (acht à tien dagen varen) worden bereikt vanuit de zuidelijk gelegen kustplaats Vladivostok of Nachodka, die dan weer bereikt kon worden met de Transsiberische Spoorlijn.

De hoofdstad in deze bijna onbevolkte streek, Magadan, werd pas na de vondst van waardevolle grondstoffen zoals goud en zilver in 1929 gesticht. De communistische partij nam het besluit om deze metalen te winnen door politieke gevangen in te zetten als arbeidskrachten, wat door de bank genomen neerkwam op slavenarbeid.

‘Het begin van Magadan was eveneens het begin van de grote terreur van de Stalintijd. Miljoenen mensen kwamen in de gevangenis. In de Oekraïne stierven tien miljoen boeren van de honger. Maar ze waren nog niet allemaal dood. Ontelbare massa’s ‘koelakken’ en andere ‘volksvijanden’ konden naar Kolyma worden gestuurd. De uitdaging was enkel het vervoer. Er was maar één spoorlijn, naar Vladivostok, vanwaar niet meer dan een paar schepen regelmatig naar Magadan voeren. Langs die weg vond, ononderbroken gedurende vijfentwintig jaar, het vervoer van levende skeletten uit het hele Imperium naar Magadan plaats.’ [pag. 202-203]

In Magadan en verder weg op Kolyma waren honderdzestig gevangenkampen of, zoals men ze ook noemt, arctische doodskampen. Het kamp bezat een sadistisch en tegelijkertijd nauwkeurig doordachte structuur die de vernietiging en ondergang van de mens ten doel had, en wel zo dat hij voor zijn dood de ergste vernederingen, ontberingen en martelingen onderging. Het was een netwerk van vernietiging waar een mens, als hij er eenmaal in terecht was gekomen, zich dikwijls niet meer uit kon werken. [pag. 204-205]

Het verhaal over Magadan herinnerde me aan de aflevering ‘Vergeten verleden’ van het zeer bezienswaardige reisprogramma Van Moskou tot Magadan (2009) van Jelle Brandt Corstius. Beslist de moeite waard om eens te bekijken.

Vergelijking tussen twee kampgevangenen
Het interessantste gedeelte van dit naargeestige hoofdstuk is de vergelijking die Kapuściński trekt tussen de levens en levensbeschouwingen van twee gevangenen aan de hand van de boeken die ze hebben geschreven: Verhalen van Kolyma van Varlam Sjalamov (een dikke pil die nog ongelezen bij mij in de kast staat) en Heksensabbat van Alexander Weißberg-Cybulksi.

De schrijvers behoorden tot dezelfde generatie en werden allebei in 1937 gearresteerd. Beiden waren volkomen onschuldig en werden door de NKVD geslagen, gemarteld, vertrapt en vernederd. Sjalamov was een Russische anti-communist en de Oostenrijker Weißberg was juist een vurig overtuigd communist.

Weißberg dacht dat hij in een gekkenhuis terecht was gekomen, dat de NKVD-officieren krankzinnigen waren, dat de Sovjet-Unie onder Stalin de wereld van de waanzin, paranoia, het absurde was. Hij ging in tegen de valse beschuldiging die hem was opgelegd, deed geen enkel moment afstand van zijn communistische overtuiging en bestreed de nachtmerrie waarin hij zich bevond met een rationele benadering. Dit hield hem op de been.

Voor Sjalamov was alles wat hem omringde een deel van de natuur, de kampen hoorden tot de orde van de natuur, niet tot die van de mens. Het had dus geen enkele zin om daar tegenin te gaan. ‘Als iemand in het kamp komt, moet hij niet rebelleren, want daarvoor krijgt hij de kogel, hij moet alleen leven om te overleven. Meer valt er niet te doen en meer hoef je ook niet te doen.’

De tegenstelling van de twee culturen, het oosterse van Sjalamov en het westerse van Weißberg, ten aanzien van de repressie wordt volgens Kapuściński misschien verklaard door de grootste Russische filosoof, Vladimir Solovjov in Over het Oosten en Westen. Solovjov schrijft hierin dat het verschil in de twee culturen zich al aftekende in het begin van de geschiedenis van de mensheid, waarin het Oosten zijn cultuur baseerde op absolute onderwerping van de mens aan een hogere macht, aan het bovennatuurlijke, en de mens in het Westen werd overgelaten aan zijn eigen vindingrijkheid die hem alle ruimte af om zijn aangeboren creativiteit te ontwikkelen. [pag. 214-217]

Het fabel van de Sovjet-Unie
Ryszard Kapuściński sluit het boek af met een ironische fabeltje over de Sovjetunie uit het boek Staliniada van Joeri Borev, die hij na Brezjnev nog verder aanvulde en het absurde verhaal dit verdwenen sovjetimperium niet beter kan duiden.

‘De Russische schrijver Joeri Borev vergeleek de geschiedenis van de Sovjetunie met een rijdende trein: ‘De trein reed naar de lichtende toekomst. Lenin was de bestuurder. Opeens stopte hij - het spoor hield op. Lenin voerde onbetaalde zaterdagsarbeid in en de trein reed verder. Nu was Stalin de bestuurder. De Weg hield weer op. Stalin beval de helft van de conducteurs en passagiers dood te schieten en dwong de rest om nieuwe rails te leggen. De trein reed weer verder. Stalin werd vervangen door Chroesjtsjov en toen de rails ophielden, beval deze de rails weg te halen waarover de trein al had gereden en ze voor de locomotief te leggen. Chroestjov werd door Brezjnev afgelost. Toen het spoor weer ophield, besloot Brezjnev de ruiten af te schermen en de wagons zo te laten schommelen dat de passagiers dachten dat de trein doorreed.’ (Joeri Borev, Staliniada)

En zo kwamen we aan in het Tijdperk van de Drie Begrafenissen (van Brezjnev, Andropov en Tsjernenko), waarin de treinpassagiers zelfs niet meer de illusie hebben dat ze ergens naar toe rijden. Maar in april 1985 zet de trein zich weer in beweging. Het is alleen zijn laatste rit. Deze rit duurt zesenhalf jaar. Ditmaal is Gorbatsjov de bestuurder, en op de locomotief is de leus ‘Glasnost - Perestrojka’ geschilderd.’ [pag. 307]

Gast
geplaatst: vandaag om 03:30 uur

geplaatst: vandaag om 03:30 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.