In the Year of Our Lord: 2202 - Edward Lee (2019)
Engels
Griezel
182 pagina's
Eerste druk: CreateSpace,
Charleston (Verenigde Staten)
Ergens tussen de jaren 81 en 96 na Chr. ging een vervolgde christen, Johannes de Goddelijke genaamd, naar het Griekse eiland Patmos en schreef het boek Openbaring. Theologen en geleerden weten tot op de dag van vandaag niet of deze auteur ook de heilige Johannes de Apostel was, een persoonlijke vriend van Jezus Christus. Zowel tegenstanders als vrome mensen zijn het er echter allemaal over eens dat het product van de pen van “Jan” zichzelf heeft bewezen als een van de meest mysterieuze boeken ooit geschreven. Het is een boek van wonderen en verschrikkingen, van cijfers en hints, van waarheid en de meest angstaanjagende verwarring. Het is een boek met raadsels, symbolen en metaforen die het einde van de wereld voorspellen. Het is een boek waarover eindeloos wordt gediscussieerd en waarover bitter wordt gedebatteerd. Op de verluchte bladzijden ervan ligt echter één passage die volkomen letterlijk lijkt en geen noodzaak tot interpretatie behoeft. Het is een haarfijne fysieke beschrijving van de hemel. Zo’n tweeëntwintighonderd jaar later ziet de wereld er heel anders uit dan nu. Het is een afstompende theocratie waarin ‘God’ (welke naam zijn volgelingen hem ook geven) wordt aanbeden, geprezen en geheiligd via onbegrijpelijke technologieën en gruwelijke filosofieën. En nu, na nog een paar eeuwen van analyse, hebben astrofysici en monumentale cryptografische computers alle aanwijzingen ontcijferd die Johannes de Goddelijke in zijn boek heeft gegoten: niet alleen de verschijning van de hemel, maar ook de exacte locatie ervan. In het jaar 2202 na Christus sturen we er een schip heen...