menu

Reize door het Aapenland - J.A. Schasz (1788)

mijn stem
3,56 (8)
8 stemmen

Nederlands
Politiek / Humoristisch

128 pagina's
Eerste druk: Onbekend, Onbekend (Nederland)

Het hoofdpersonage valt te water met zijn vrouw, dienstmaagd, paard en hond. Hij kan echter maar een van de vier uit het water redden en moet nu kiezen welke hij in leven laat. Na dit incident wordt hij van de ergste dingen beschuldigd en zal hij moeten vluchten om zijn straf te ontlopen. Stiekem verlaat hij het dorp en hij bereikt een eiland waar alleen maar apen, genummerd van belangrijk naar minder belangrijk, wonen. De apen denken dat het hoofdpersonage ooit een aap was en de menselijke status heeft verworven door zijn staart af te hakken. Aangezien de apen ook menselijker willen worden overwegen ze eenzelfde actie te ondernemen..

zoeken in:
4,0
De Nederlandse tegenhanger van boeken als Gulliver's Travels en Robinson Crusoe, imaginaire reisverhalen die in de tijd van de Verlichting grote populariteit genoten. Bijzonder fijn boek. Mooie formuleringen van de schrijver, maar bovenal ook een boek dat erg confronterend (vooral in zijn tijdsgeest, doch nog altijd actueel) en bij vlagen hilarisch is.

p.s. Ik heb hem in de vorm van een in elkaar geniet boekwerkje, en aangezien ik hem reeds met een harde kaft heb aangeschaft zou ik er bij belangstelling graag iemand kosteloos mee verblijden!

avatar van Jord
4,5
Verplichte kost voor een ieder die interesse heeft in De Verlichting! Onterecht zo weinig bekend in Nederland.

Gerrit Paape schreef dit werkje onder pseudoniem J.A. Schasz.

Ted Kerkjes
Satire uit 1788, hoe interessant is dat!
Ik vind het altijd erg leuk om humor door de tijd heen te zien. Op één of andere manier heb ik de indruk dat humor veel veranderlijker is dan sentiment: er is volgens mij meer verouderde humor dan "verouderd verdriet", zeg maar. Geen idee of er eigenlijk onderzoek gedaan wordt naar de ontwikkeling van humor, maar dat zou wel interessant zijn. Nu ik erover nadenk, zal het ook wel ontzettend lastig zijn om dergelijk onderzoek te verrichten, want hoe stel je vast dat iets grappig bedoeld is en hoe achterhaal je of iets ook als zodanig werd opgevat? Maar goed, ik dwaal een beetje af.

Het is boeiend om een humoristisch werk uit de achttiende eeuw te lezen, en dan ook nog een satirisch (en dus in principe tijdsgebonden) boek! Gelukkig valt de tijdsgebondenheid van deze satire, voor zover ik kan beoordelen, wel mee: een groot aantal onderwerpen is redelijk tijdloos (het politieke gekonkel, de 'pasquilschrijver') en slechts een enkele keer verklaart een voetnoot een verwijzing naar de actualiteit van toen.
Over voetnoten gesproken: het boek wemelt ervan. In het Aapenland vind je onderhand meer voetnoten dan okkernoten. Nu vond ik de meeste annotaties wel zeer nuttig en interessant, maar hier en daar was het wel wat te veel van het goede: met woorden als 'vertoeven', 'schikking' en 'stotteren' kunnen de meeste lezers toch prima zelf uit de voeten zonder noten. Maar goed, verder niets dan hulde voor de uitgave van Peter Altena (en het leuke voorwoord van Gerrit Komrij).

De humor was een positieve verrassing: in het eerste hoofdstuk moest ik zelfs even hardop gniffelen! De openingszin van het boek is al geestig:
Hoe het bijkwam, weet ik volstrekt niet, maar wiskunstig zeker is het, dat mijn Wijf, mijn Dienstmaagd, mijn Paard en mijn Hond, bijna op één en het zelfde oogenblik, teffens in het water vielen.
De ik-persoon kan maar één van de vier van de verdrinkingsdood redden, dus hij moet een keuze maken. Ruim twee pagina's lang overweegt hij wie het nu toch worden moet, maar tegen die tijd is het al te laat. Als ik het zo opschrijf is het allicht niet geestig, maar de uitvoering van Paape is echt verrassend fris en humoristisch.
Omdat hij na dit voorval verdacht wordt van moord, moet de ik-persoon vluchten en zo belandt hij in het Aapenland. Daar streven de apen ernaar mens te worden. Er zijn twee stromingen: aan de ene kant de Nommerééniaanen, de aanhangers van de redelijke aap Nommer een, en de Nommervijfiaanen, de aanhangers van de populistische aap Nommer vijf. Vooral de de laatste kan op veel bijval rekenen met zijn plan om de staarten af te hakken om zo in één keer mens te zijn.

Het gedeelte in het Aapenland bestaat vooral uit veel gesprekken en discussies vol ontwrichtende denkfouten die humoristisch (zouden moeten) werken. Ik moest bij de dialogen soms een klein beetje aan Kafka denken. Niet al deze gesprekken in dit boek zijn even interessant en humoristisch, maar over het algemeen is het wel vermakelijk genoeg. Bovendien is het boek te kort om echt vervelend of langdradig te worden.

Het absolute hoogtepunt van de dialogen in het Aapenland is, wat mij betreft, het gesprek met de 'pasquilschrijver': een aap die satire schrijft. In dit gesprek wordt het boek zelfs een beetje méta!
Nommer 17: Schrijft gij ook over de publique zaaken?
De aap: Ik schrijf over alles, pro en contra. - Ik moet van alle Aapen leeven. - Ik heb tegenwoordig een lofdicht en een Hekeldigt onder handen, en dat beiden op Nommer Vijf.
Nommer 17: Maar hoe kunt gij daar iets goeds van maaken? - Het een of het ander moet u niet van harte gaan?
De aap: Het gaat mij alle beiden van harten.
Nommer 17: Dat is onmooglijk!
De aap: Gij zijt geen schrijver, Manmensch!
In dezelfde passage speelt Paape ook een uiterst vernuftig spelletje met de lezer, waarbij hij zichzelf ook niet spaart:
De Aap lachte, 't Is waar, zei hij, iemand die Pasquillen of Satires maakt, is vast te conscientieus [=gewetensvol] om een valschen naam aanteneemen.
Je moet weten dat Gerrit Paape dit boek onder de valsche naam J. A. Schasz publiceerde...

Het plot is over het algemeen nog verrassend onderhoudend (zeker voor een satirisch werk) en het einde mag ook wel een redelijke climax genoemd worden. Zelfs het 'het was allemaal maar een droom'-einde werkte in dit boek nog best functioneel.

Het leukst om te lezen vond ik eigenlijk dat Paape in zijn kritiek een echte satiricus blijft. De meeste werken uit deze tijd dragen een sterke moraal uit of een bepaald gedachtegoed, dus ik vreesde bij dit boek ook iets dergelijks, maar Paape kiest (gelukkig) geen partij. Zoals Gerrit Komrij in zijn (bijzonder leuke) voorwoord al schrijft:
Zoals elke goeie satiricus is Paape geen partijganger. (...) Hij stond bij voorbaat al buitenspel. Geen partij deugt bij hem. Hij zweeft er boven en bestudeerd klinisch de verschillende verschijningsvormen.
Erg fijn. Zo hoort goede satire wat mij betreft ook te zijn: humoristisch en ontwrichtend. (Daar kan de heer Lubach nog wat van leren.)

Wat voor mij wel afbreuk deed aan het boek is de rol van de vrouwelijke apen: dit zijn allemaal domme figuren die eigenlijk alleen maar aan seks denken. Hun politieke engagement bestaat vooral uit de angst dat met de staart ook het geslachtsdeel van de mannen zal worden afgehakt. Nu zijn alle figuren in het boek idiote figuren en is er eigenlijk geen "normaal personage" te vinden, maar toch vond ik de rol van de vrouwelijke apen uitermate storend. Beetje jammer.

Maar over het algemeen is dit satirische werk verrassend amusant.


Gast
geplaatst: vandaag om 15:18 uur

geplaatst: vandaag om 15:18 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.