Hun poes had nooit écht aandacht voor mij. Af en toe kwam ze bedelen om eten, maar meestal stoof ze schichtig weg als ik de minste affectie toonde. Niet die dag. Mijn vrienden hadden me uitgenodigd om mijn hart te luchten over een heftig geval van liefdesverdriet. Na twee jaar aan onduidelijke signalen was de kogel door de kerk: mijn amoureuze gevoelens waren niet wederzijds. Ze had zelfs toekomstplannen met een ander. Al die tijd. Voor 't eerst in mijn leven ervoer ik wat je dan een gebroken hart noemt. Het voelde pathetisch en overdreven, maar de pijn om het verlies was er niet minder om. Zo'n raar, onbestemd gevoel van leegte waarin de grijze lucht grauwer lijkt en je je opeens hyperbewust wordt van eigen tekortkomingen. Als je niet genoeg van jezelf kunt houden, dan is het fijn als je ten minste de illusie hebt dat een ander dat wél doet.
Helemaal zeker weten doe je het nooit, maar misschien voelde hun poes dat verdriet óók aan. Juist die avond sprong ze op mijn schoot en bleef troostende kopjes geven. Zelf wilde ik het meteen kapot relativeren met grapjes over een emotionele supportpoes. Mijn vrienden moesten er helemaal niet om lachen. Ze hebben niet lang geleden een ondenkbaar verlies geleden en ze vertelden dat de poes inderdaad reageert op hun rouwproces. Als hij of zij in een duistere of verdrietige bui verkeert, dan springt ze ook bij hen op de schoot voor troostrijke kopjes. Alsof ze hun pijn aanvoelt en hen door deze moeilijke tijd wil slepen. Zou het? Of zijn het onze eigen projecties op dit poezenbeest? Ik weet in elk geval dat ze tegenwoordig nauwelijks meer aandacht voor me heeft. Kennelijk is mijn verdriet over verloren dromen voorbij en wil zij gewoon weer bedelen om eten. Beter voor ons allebei.
Tijdens het lezen van 'Zij en haar kat' (2013) dacht ik terug aan mijn eigen ervaringen met deze emotionele supportpoes. Van die alledaagse magie wanneer er iets warms gebeurt wat je zelf niet helemaal kan verklaren, maar wat toch een bepaalde troost biedt. In vier psychologische portretjes schetst Makoto Shinkai hoe verschillende Japanse vrouwen op een punt in hun leven zijn gekomen dat ze twijfels hebben over het moderne leven. Hun relatieleed, hun ambities, hun rouw en verlies en hun worstelingen om hun eigen plek te vinden in de samenleving. Door hun liefdevolle interacties met katten ontvangen ze loyaliteit, genegenheid en stabiliteit die ze missen in andere aspecten van hun leven. Temeer omdat het rondzwerven van de katten verborgen connecties tussen de vrouwen blootleggen waar zij geen enkele weet van hebben. Los van status of afkomst. Mensen tobben en piekeren vooral over zichzelf, maar zien niet dat alles en iedereen met elkaar in verband staat binnen een cyclus die groter is dan zijzelf.
Met dierlijke ik-vertellers heb ik vrijwel altijd het probleem dat zij te makkelijk kennis hebben over menselijke concepten als treinen, mobieltjes, auto's, televisies, etc. Het ene moment pakkende beschrijvingen vanuit het perspectief van een doorregende kitten die door een jonge vrouw uit een kartonnen doos wordt getild, maar het volgende moment heeft hij bijvoorbeeld prima door dat zij elke dag naar haar werk gaat. De verschillende katten adoreren ook zonder uitzondering hun baasjes als ze hen proberen te helpen om hun verdriet te verwerken. Dingen komen er nog dikker bovenop te liggen als blijkt dat de plaatselijke buurthond alle kennis van vorige levens met zich meedraagt en weet heeft over de oorsprong van alles. Hij kan de buurtkatten vertellen dat alles begonnen is bij het sterrenstof dat we allemaal in onze atomen meedragen. Volgens hem brengt het leven en dood in perspectief.
Voor mij had 'Zij en haar kat' (2013) beter gewerkt als de katten abstracter waren gebleven. Niet als ik-vertellers met psychologische ontwikkelingen die parallel lopen aan menselijk verdriet, maar als de ongrijpbare en autonome wezentjes die ze uiteindelijk blijven. Ook geen uitgesproken Oosterse filosofie om hun mysterieuze wandel in een soort 'circle of life' platheid te vangen. Het is een mooiere gedachte dat ik nooit zal weten of de poes van mijn vrienden werkelijk mijn gebroken hart heeft willen stillen. De troost is er namelijk niet minder om.