
Courtrai: 11 Juillet 1302 - Xavier Hélary (2012)
Frans
Historisch
207 pagina's
Eerste druk: Tallandier,
Parijs (Frankrijk)
Het boek is gewijd aan aan de slag van Kortrijk op 11 juli 1302 tussen de ridders van Filips de Schone en de Vlamingen. Filips verloor een groot deel van zijn ridders en vooral van zijn prestige. Vóór Agincourt en Crécy was het de eerste grote nederlaag van de Franse ridders. Het markeert ook de geboorte van het Vlaams volksgevoel. Waarom brak er oorlog uit tussen Filips de Schone en zijn Vlaamse onderdanen? Hoe kon een leger van ridders, professionele krijgslieden, worden verslagen? Op 11 juli 1302 staan voor de muren van het kasteel van Kortrijk het koninklijk leger en de Vlaamse milities opnieuw oog in oog, zoals zo vaak sinds het begin van de eeuw. De aanwezige strijdkrachten zijn onevenwichtig verdeeld: de Vlaamse troepen bestaan uit 20.000 strijders te voet, terwijl de Franse troepen 50.000 boogschutters, infanterie en ridders omvatten. De Fransen denken een gemakkelijke overwinning te behalen. Ze voeren een voorwaartse charge maar komen dan vast te zitten in drassige weides en moerassen. De ridders, te zwaar bewapend, kunnen zich niet uit het moeras bevrijden. De Vlaamse strijders slaan toe en slachten de hulpeloze ridders op de grond af. Die dag zal de overwinning Vlaams zijn. Zo komen Robert van Artesië, hoofd van het leger en neef van de koning van Frankrijk, de twee maarschalken van Frankrijk, de bewaarder van het zegel en een groot aantal baronnen om het leven. Van de lijken die over het slagveld lagen, pikten de zegevierende Vlamingen de vergulde sporen van de ridders, vandaar dat de slag als 'Guldensporenslag' de geschiedenis in ging.