
De Verschrikking - Gerrit Komrij (1977)
Nederlands
Gedichtenbundel
Psychologisch
43 pagina's
Eerste druk: De Arbeiderspers,
Amsterdam (Nederland)
'De verschrikking' begint met een sonnet over een ijshel, waar de dode zielen verblijven. Die officiële poëzie neemt hij dan in een humoristisch volgend vers weer terug: "Wat gaat de dichterboezem tekeer!" En in een daaropvolgend gedicht wordt het weer humoristische ernst. 'Zij danst op spijkers' is een gedicht waarin kritiek op de dichtkunst en haar schrijvers te lezen valt en eindigt met: "Beter te wentelen in weet-ik-veel,/Dan om je leven, vol smart en fatsoen,/Aan de Poëtische Zucht te verdoen". Na dat ene sonnet volgt geen gesnik in stilte, maar volgen terzinen. Op één gedicht na, 'De geest in de fles', waar drie terzinen nog door twee versregels gevolgd worden. Het vormt een tegenhanger van het aanvangsgedicht waarin de dode zielen in de ijshel verlangen naar de "de klaarte... van een dorp, waar warmte was/ En vrede was en ook te veel groen gras." Hier is het niet het heimwee vanuit het ijzige dodenrijk naar het vredige leven, maar omgekeerd: de angst vanuit het arcadisch bestaan voor de dood, die zich trouwens anders manifesteert dan gedroomd.