Had Ik Maar Beter Geluisterd - Marten Toonder (1980)
Nederlands
Verhalenbundel
Sociaal
179 pagina's
Eerste druk: De Bezige Bij,
Amsterdam (Nederland)
Het boek bevat de volgende twee verhalen, met tussen haakjes het jaar van eerste publicatie als dagbladstrip: ‘De Pronen' (1973) en 'De Zonnige Kijk' (1976). In 'De Pronen' trekt magister Hocus Pas opgewekt met zijn knecht, de dwerg Gor, op naar de ruïne van het kasteel Dralm, dat boven het landschap uitrijst. De magister heeft het recept gevonden voor een aanhankelijke en leergierige levensvorm, pronen genaamd. Met behulp van een blaasbalg en de helpende dwerg ontstaat er proondril. Die laat de magister afkoelen op de terra lapsus. Dwerg Gor krijgt de opdracht verder te gaan. Ondertussen begeven heer Bommel en Tom Poes zich stroomafwaarts per kano over de rivier de Drens, in welke delta men veel levensvormen kan aantreffen. Hun vaartuig lijdt dan schipbreuk in een stroomversnelling. Tom Poes klimt snel op de kant, waar Pee Pastinakel hem opmerkzaam maakt op witte figuurtjes die vanuit de rivier op de oever klauteren. In 'De Zonnige Kijk' is professor Sickbock in een door hem professioneel gekraakte pulpmaalderij bezig met zijn grote uitvinding. Hij wil een element uit de vierde groep van het periodiek systeem blootstellen aan een hyperontlading. Er zou dan een monade moeten ontstaan, die hem al lange tijd voor ogen staat. Als krachtbron is hij door een gebrek aan middelen genoodzaakt de buitenbliksem via een geleider te gebruiken. Als de bliksem dan uiteindelijk inslaat, is het resultaat teleurstellend. Zijn transmutator-installatie is zelfs vernietigd. Hij komt echter in het bezit van een stuk glas, dat de troosteloze omgeving een gouden glans verleent.