Verwacht er niet te veel van. Das is eigenlijk alles wat ik van Theet 77 kan zeggen. Als je geen Brusselmans fan bent, wordt het hoogstwaarschijnlijk een middelmatig werk at best.
Theet 77 bestaat uit 3 delen. Het eerste deel beslaat zowat 300 pagina's en toont ons het nieuwste Brusselmans verhaal. Autobiografische fictie waarin een 14-jarige het ene seksuele avontuur na het andere beleeft, mensen praten alsof ze de huidige tijden meegemaakt hebben en nog zoveel meer. Ik herhaal: autobiografische HB fictie was leuk, zolang je je moest afvragen wat er nou echt kon gebeurd zijn en wat niet. Alweer moet ik verwijzen naar het magistrale
De Terugkeer van Bonanza waar een aantal Vlaamse tv coryfeeën een rechtszaak aanspanden om duidelijk te laten maken dat alles verzonnen was. Ik denk dat er vandaag niemand is die denkt dat de jonge Herman die band zodanig naar zijn hand zet als er geschreven staat. Bovendien - en belangrijker - wil ik mijn ongenoegen aantonen via een uittreksel op pag 54:
Ik zei eens tegen mijn vader: 'Ik wil naar New York' en hij zei: 'Ga naar de koeienstal, dat is meer dan New York genoeg.'
'Je weet niet eens of New York aan de oostkust of de westkust ligt', zei ik.
'Maar ik weet wel waar de koeienstal ligt,' zei hij, 'en neem maar gauw het vliegtuig daarnaartoe of ik zal eens een oostkust in je reet rammen
Kijk, de opzet is gewoon goed. Perfect in een werk over de jaren 60. Maar geen enkele Vlaamse boer uit de jaren 60 zou de term 'in je reet rammen' gebruiken. Dat is gewoon geen Vlaams. Die ene zin geeft mijn Brusselmans gevoel van de laatste jaren perfect weer: het zou fantastisch kunnen zijn, als ie tenminste één keer die zin zou herlezen en aanpassen. Maar nee, het is goed genoeg, hoppa verder schrijven want er liggen nog elvendertig panelprogramma's op de werkplank.
In deel 2 gaat Herman in sneltreinvaart door zijn verdere leven. Hij vertelt hoe het er op de unief aan toe gaat, hoe hij zijn eerste huwelijk beleefde en wie er allemaal op zijn pad kwam. Erg leuk om lezen, maar door de weinige plaats die Herman zichzelf gunt, wordt het een afratelen van feiten. Feiten, die een HB fan grotendeels wel al kende. Weinig reflectie, weinig input hoe dit deel van zijn leven het vervolg beïnvloedde, het gebeurt gewoon allemaal.
In het laatste deel van amper 25 pagina's vertelt Herman hoe hij schrijft en waarom hij dat zo doet. Ook hier weer: interessant maar veel te snel afgehandeld.
Ik was gekomen voor een verhaal over het Hamme van de jaren 60. Dat heb ik niet gekregen. Het Hamme uit dit boek is het decor voor een nonsensverhaal à la
A Confederacy of Dunces. Ik was gekomen voor een verhaal over Herman Brusselmans en dat heb ik gekregen. Een novelle van 125 pagina's die meer leest als een Wikipedia pagina dan een roman, laat me echter op mijn honger zitten.
3*