De Kapellekensbaan - Louis Paul Boon (1953)
Alternatieve titel: De Kapellekensbaan of de 1ste Illegale Roman van Boontje
Nederlands
Sociaal
405 pagina's
Eerste druk: De Arbeiderspers,
Amsterdam (Nederland)
De brutale en sluwe Ondineke Bosmans gooit haar vlechtjes, haar borstjes en charme in de strijd om hogerop te komen en te ontsnappen uit haar grauwe bestaan. Maar zij verliest. In een onstuitbaar relaas wordt over haar ondergang verhaald en over het voelbare verval om haar heen - en dat alles wordt voortdurend becommentarieerd door een bont gezelschap personages: de Kantieke Schoolmeester, Mossieu Colson 'van tminnesterie', Tippetotje de schilderes, Kramiek en Boons alter ego de dichter en dagbladschijver Johan Janssens, die zelf nog weer een pastiche van het middeleeuwse Reinaert-verhaal aan het geheel toevoegt.
- nummer 78 in de top 250
Daarnaast is de inhoud bijzonder te noemen. In het begin wordt vermeld dat De Kapellekensbaan gaat over de opkomst en de ondergang van het socialisme. En dat gebeurt op een manier die vaak schrijnend is, met felle maatschappij- en menskritiek. Tegelijk maakt de humor van Boon het verhaal erg luchtig.
Toegegeven, het is een vrij taaie pil die je niet zomaar uit leest. Maar deze unieke roman is de moeite meer dan waard. 4*
"Gelijk een kuip mortel die van een stelling valt", dat was het unique selling point van Boon waarmee hij zijn Kapellekensbaan aan de man wou brengen. In klein Belgenland keek men vreemd op, want een roman dat was toch een schoon vertellinkske? Wat gooide die Boon op de letterenmarkt in het Belgenlandeke? De uitgeefster Angèle Manteau snapte het boek niet (wat de vrouw ook mag achteraf beweren), en raadde Boon "het boek nog eens te herzien". In Nederland zagen de heren van De Arbeiderspers wél het potentieel. En kijk - Boon werd gunstig bejegend in de Nederlandse pers. En kijk - plotseling lustte het Belgenpubliekske hém wel.
Dit boek heeft geen structuur, net zoals het leven an sich weinig structuur kent. Aanvankelijk draaide dit boek enkel om Ondinneke, maar W.O. II zorgde ervoor dat Boon zich realiseerde dat je geen brave, onschuldige boekskes meer kon schrijven. Er diende iets verteld te worden, geen "meneer pastoor zei dit/dat"-literatuur.
Het lijkt me sterk mocht er zich ooit nog een boek aanbieden dat zo'n sterke impact op mij heeft gehad (én nog steeds heeft). Wie zijn medemens lief heeft, geselt hem (wist Reve). Boon geselt wat af.
De vertelstijl, met het gehakkel dat geen Aalsters, geen algemeen Nederlands, maar Boons is. Dat speelt zeker een rol. Het is alsof je een stem hoort, die vertelt. Het worstelen met de taal, met de zin van het schrijven is zo hedendaags als het maar kan.
De ondergang van een soort ideaal, met mensen die een nieuwe wereld wilden, waarin de “oude vormen en gedachten” zouden sterven, is op zichzelf al tragisch. Bij al de personages gebeurt dat op een andere manier: De schilderes Tippetotje vindt haar weg in de wereld van de rijke mensen, Johan Janssens, “dichter en dagbladschrijver”, is helemaal de sigaar en Isegrim is eeuwig het slachtoffer van Reynaert, die ook meer tegenslagen dan geluk heeft.
En dan is er Ondineke, een kreng, een bitch, een tang, veruit het ergste rotwijf van onze literatuur, maar toch blijf je haar avonturen volgen met een zekere vertedering, want ook zij is een slachtoffer...
Enzovoort enzovoort.....
Aftakeling, verval, zowel in de fictieve verhaallijn als in de zogezegd niet-fictieve, die inderdaad nog lang geen vijftig jaar oud aandoet, integendeel. Deprimerend is het, te beseffen dat er al die decennia zo weinig is veranderd. Maar ook verlossend…wat de ironische, sarcastische, cynische lach kan gedaan krijgen. Geen spaander blijft er heel. Maar de lach, o ja, de lach, die rolt over de bladzijden!
Zelfs al is het boek wat te lang (en wreken enkele weinig doelgerichte intermezzi zich uiteindelijk op de intensiteit van de hele leeservaring), dan nog blijft ‘De Kapellekensbaan’ een wonderbaarlijk boek.
Monsieurs en madammekens, plebejers en ander klootjesvolk, weest gewaarschuwd: met volle teugen te lezen, of helemaal niet.
Geen spaander blijft er heel. Geen spaander van de literaire conventies, geen spaander van de architectuur die een roman behoort te hebben, geen spaander van het Algemeen Beschaafd Nederlands (Algemeen Boons Nederlands, ja, getver, nondedju!), geen spaander van ideologieën, geen spaander van goede zeden, geen spaander van het leven van Ondineke en haar treurige omgeving.
Aftakeling, verval, zowel in de fictieve verhaallijn als in de zogezegd niet-fictieve, die inderdaad nog lang geen vijftig jaar oud aandoet, integendeel. Deprimerend is het, te beseffen dat er al die decennia zo weinig is veranderd. Maar ook verlossend…wat de ironische, sarcastische, cynische lach kan gedaan krijgen. Geen spaander blijft er heel. Maar de lach, o ja, de lach, die rolt over de bladzijden!
Zelfs al is het boek wat te lang (en wreken enkele weinig doelgerichte intermezzi zich uiteindelijk op de intensiteit van de hele leeservaring), dan nog blijft ‘De Kapellekensbaan’ een wonderbaarlijk boek.
Monsieurs en madammekens, plebejers en ander klootjesvolk, weest gewaarschuwd: met volle teugen te lezen, of helemaal niet.
Bedankt JJ-D om me eraan te herinneren dat ik dit boek nu eens echt DRINGEND moet gaan lezen! Shame on me eigenlijk dat dit nog steeds niet gebeurd is ...
Bedankt JJ-D om me eraan te herinneren dat ik dit boek nu eens echt DRINGEND moet gaan lezen! Shame on me eigenlijk dat dit nog steeds niet gebeurd is ...
Doen!
Bedankt JJ-D om me eraan te herinneren dat ik dit boek nu eens echt DRINGEND moet gaan lezen! Shame on me eigenlijk dat dit nog steeds niet gebeurd is ...
Een jaar later...
ok, ik ga het op de lange (kappelekens) baan schuiven. Maar ooit, ja hoor.
Misschien is het inderdaad de Ulysses van de Lage Landen, met dat verschil dat De Kappellekensbaan goed te lezen is. (no harm intended)
Deze modernistische (anti-)roman van boontje kreeg felle kritiek te verduren. Op teerste zicht lijkt hij chaotisch, maar een nader onderzoek leert dat er een zeer doordachte structuur in zit. Drie grote lijnen zitten erin verweven: de ontwikkeling van ondineke, tcommentaar in de wereld-van-nu en de fratsen van reinaert de vos. Deze drie staan met elkaar in verband door gemeenschappelijke thema’s en kleine linkjes. Hoofdletters gebruikt boontje slechts aan tbegin van een zin en Hier en Daar om een klemtoon te leggen, soms zelf halverWege een woord. Dialectwoorden zijn frak (jas), blaffetuur (rolluik) en tatjespap (stampers of puree met karnemelk). Taalfouten zijn bewust: "tminnesterie", "rhythme", “gij beweerdt”.
Centraal en cursief afgedrukt staat de ontwikkeling van ondineke op teinde van de negentiende eeuw. Tarbeidersgehucht termuren werd gedomineerd door twee fabrieken, een katholieke en een liberale (“encycliek en libertijns”). In haar kinderlijke fantasie is ze per vergissing neergezet in een arm gezin. De eerste socialisten worden verketterd. Hun fanfare is een “zevenkoppige draak”. Na verschillende negatieve en smerige ervaringen raakt ondine gedesillusioneerd en verliest ze haar geloof en haar Grote Idealen.
Dat wordt omkaderd door de wereld-van-nu. Door de verteller als "gij" aan te duiden neemt boontje afstand van zichzelf. Enkele vaste bezoekers vallen te pas en te onpas zijn huis binnen om commentaar te geven gelijk een grieks koor, elk vanuit een eigen invalshoek. Ze discussiëren over grOte thema’s, zoals sociopolitieke problemen en de zin van literatuur in de moderne tijd. Diepzinnige visies worden afgewisseld met onbenullige anekdotes.
De stukjes over reinaert de vos zijn van dagbladschrijver johan janssens. Hij is links maar antidogmatisch, een afsplitsing van boon zelf. De sluwe reinaert en de wolf isengrimus - die meestal tdeksel op de neus krijgt - horen bij de oorsprong van de nederlandse literatuur. Deze fabels worden verplaatst naar termuren en doorspekt met anachronismen. Tis een satire op tmoderne politieke klimaat.
Zoals vapeur koppig aan zijn perpetuum mobile blijft werken, zo ploetert boontje verder met zijn romantaplan, ook al weet hij dat die de wereld niet kan redden. Hij meent dat een verregaande smerigheid zowel de hOgere als de lagere klassen aantast. Ondanks alle twijfels en kritieken heeft hij een literair werk nagelaten dat een ontnuchterend beeld schetst van tbelgenlandje.
Van de drie grote verhaallijnen, als je daar al van mag spreken, vond ik de stukjes over de sluwe Reinaert en de dommige, gulzige Isengrinus het geinigst om te lezen. Het is een hedendaagse (anno 1950) blend van twee oerverhalen uit het Nederlandse taalgebied met een sterk satirische inslag waar ik vaak smakelijk om moest lachen. Gefabriekt door ene Johan Janssens, vermoedelijk een personage dat Boon op zichzelf heeft gebaseerd.
Er zijn echter nog wat belangrijke nevenpersonages te vinden in de hedendaagse verhaallijn, en ik vermoed dat Boon in elk karakter wel iets van zichzelf heeft verborgen. Zodoende gaat hij constant in discussie en gesprek met zichzelf. Daarnaast komt Boon nu en dan ook weer - heel onverwacht en direct, wat het effect versterkt - met een bijzonder persoonlijke passage die zich in kleine familiale kring afspeelt. Erg pakkend, hoe hij zich ook in het op papier zetten van zulk leed een meester toont.
De Kapellekensbaan is een boek dat me nog lang zal bijblijven: om de in het oog en uit de band springende schrijfstijl, de grote maatschappelijke thema's die Boon niet uit de weg gaat en de baldadigheid waarmee hij ze aansnijdt.
4,5 sterren
Helaas, wederom was ook dit geen prettige leeservaring, mede door de alle onderbrekingen (korte politieke stukjes, gesprekjes met de meneer van tminnesterie e.a.) die de vaart er tijdens het lezen behoorlijk uithaalde. Ik werd er op den duur wat ongeduldig van, maar dat ligt misschien aan mijn eigen verwachtingen.
Echter, vernieuwingselementen in de schrijfstijl zijn ergens wel te waarderen, inhoudelijk een boeiend verhaal en het stukje satire door bijv. de vos en wolf is ook tof; ik zie de kwaliteiten. Het boek wist mij ergens ook wel mee te nemen naar de straten van de fabrieksstad.
Verder overheerst de stroefheid en het ongeduld: misschien is het puur de woordkeuze en zinsopbouw wat mij irriteert. Voor nu 3 sterren, wellicht ooit nog eens een herlezing waard.