Guy de Maupassant was een van de hoofdvertegenwoordigers van het Franse realisme. Hij schreef romans, drama’s en gedichten, maar het zijn vooral z'n kortverhalen en novellen die in de herinnering voortleven. Vaak verschenen ze in het tijdschrift Gil Blas.
Het zijn anekdotes en geschiedenissen uit het leven van alledag, geïnspireerd door getuigenissen, krantenartikelen en persoonlijke herinneringen. Ze gaan over gewone lieden uit de lagere bevolkingsklassen, die creatieve manieren bedenken om hun sobere bestaan iets meer glans te geven. Ze wonen vaak in Normandië, de geboorteregio van de auteur. De directe rede is soms in Normandisch dialect. Een reisje per koets naar Parijs was een hele belevenis.
Dit zijn tien van z'n beste verhalen:
1880 Boule de Suif: Boule de Suif is de bijnaam van een Normandische vrouw die tijdens de Frans-Duitse Oorlog een affaire heeft met een Pruisische soldaat.
1881 Partie de campagne [Uitstapje naar het platteland]: Een Parijzenaar gaat vissen met z’n toekomstige schoonzoon, terwijl z’n vrouw en z’n dochter gaan kanovaren met twee mannen.
1882 Aux champs [In de velden]: Twee kroostrijke gezinnen wonen naast elkaar in armzalige hutjes. Ze krijgen bezoek van een rijk, kinderloos echtpaar dat een kind wil adopteren.
1883 La Ficelle [Het koordje]: Een reumalijder bukt zich om moeizaam een koordje op te rapen van de straattegels. Een onbetrouwbare getuige beschuldigt hem van de diefstal van een portefeuille.
1883 La Confession de Théodule Sabot [De biecht van Théodule Sabot]: Een goddeloze timmerman wil zich laten bekeren in de hoop het houten koor van de dorpskerk te mogen restaureren.
1884 L’Héritage [De erfenis]: Een jong echtpaar weet dat een wettig kind recht zou hebben op een grote erfenis, maar de echtgenoot blijkt onvruchtbaar.
1884 La Parure [Het sieraad]: Een jonge vrouw leent een halssnoer om indruk te maken op een bal, maar ze verliest het kostbare sieraad.
1885 Toine: Een zwaarlijvige waard kan niet meer werken als gevolg van een verlamming. Z'n bazige vrouw bedenkt een verrassende manier waarop hij zichzelf toch nog nuttig kan maken.
1886 La Question du latin [De kwestie van het Latijn]: Een surveillant op een jongensinternaat is ook privéleraar Latijn. Een leerling probeert hem aan een jonge wasvrouw te koppelen.
1890 L’Inutile Beauté [De nutteloze schoonheid]: Na elf jaar huwelijk klaagt een gravin dat ze behandeld wordt als een broedhen die zoveel mogelijk kinderen op de wereld moet zetten.