Geboren en getogen in de Randstad kom ik nergens zo tot rust als in het Geuldal. Ik ben er gelukkig zonder iets anders nodig te hebben dan een bankje of boomstronk en mijn ogen, en dan alleen maar te hoeven kijken naar het zacht glooiende en toch dynamische van de natuur. Tot “Het Geluk van Limburg” van Marcia Luyten had ik weinig weet van wat er op een steenworp afstand gebeurde, zowel boven, maar vooral onder de grond. Raar?
ML zelf werd op het randje van de mijnstreek geboren, toen ze
aan de Universiteit van Maastricht studeerde werd er niet stilgestaan bij die nabije, voor economie en samenleving zo ingrijpende geschiedenis. Pas na jaren reizen en schrijven over economieën en landen ver weg realiseerde zij zich dat ze wel kon schrijven over bijvoorbeeld kopermijnen in Zambia, maar niet hoe de mijnindustrie zich in
Zuid-Limburg had gevormd en hoe dit doorwerkte in de tegenwoordige tijd.
Als ML het niet eens wist, hoe had ik het dan kunnen weten? Van de ruime geraadpleegde literatuur achterin het boek komt niets mij bekend voor. Hoe kan het dan toch dat het verleden ondanks die literatuurlijst nodig moest worden opgegraven?:
Want wat was weggevaagd, moet worden gekend om te weten wat in deze streek is gebouwd: honderden inwandige, gestapelde kilometers mijngangen. Hun kinderen zullen niet meer opgroeien zonder te weten dat zich onder hun voeten een heel andere stad verbergt.
ML schrijft met een uitstekende afstand/nabijheid en heeft een mooie vorm aan haar boek gegeven, de geschiedenis met feitelijke gegevens is verweven met het wel en wee van het gezin Vinders, met in de hoofdrol Jack ofwel Sjaakie Vinders. Het gezin groeide op in een gebied waar de drieëenheid Kerk, Staat en Mijn verzorgde èn het voor het zeggen had. Sjaakie leerde op school ‘Waartoe zijn wij op aarde?’ met als antwoord ‘Wij zijn op aarde om hier en in het hiernamaals gelukkig te worden’. Sjaakie was 'natuurlijk' voorbestemd om in de mijn gaan werken, hij had er de juiste handen voor. Dat hij dit niet wilde was voor zijn directe omgeving onvoorstelbaar.
Als 'Hollander' vind ik zoveel in dit boek onvoorstelbaar maar vooral schandalig. Er is inderdaad heel veel doelbewust weggeveegd, verstopt, decennia lang. Wat ervan te denken dat daden van verzet in Limburg tijdens WOII nergens terug te vinden zijn in de werken van Lou de Jong? Wat ervan te denken dat naast de mijnwerkers landverraders en oorlogsmisdadigers aan het werk werden gezet. Het misprijzen van de buitenwacht over mijnwerkers. Ik las met een brok in mijn keel hoe Limburgia in 1950 landskampioen werd door te winnen van Ajax terwijl ik niet eens van voetbal houd.
Er zijn teveel wetenswaardigheden om op te noemen. Gewoon dit boek lezen. Ik vind dat dat moet. Ik vind dat het de Limburger en met name de mijnwerkers recht doet.
En Sjaak? Is hij gekomen waartoe hij op aarde is? Ook zijn verhaal is het lezen waard, hoe hij zich ontworsteld heeft en met benauwde wilskracht op zijn plek kwam.
Hij is op een radicale manier trouw aan zichzelf gebleven, egocentrisch ook, maar loyaal aan de mensen om hem heen .
Hoor maar.
5*